Rutte krijgt advies over gebiedsgerichte aanpak

Het overleg vond plaats nadat de minister-president een bezoek bracht aan het melkveebedrijf van Anton Stokman in Koudum. Ook de kwartiermaker van het Nationaal Programma Landelijk Gebied van de provincie, Pieter Zondervan, grondstrateeg Canisius Smit en projectleider van Aldeboarn-De Deelen Lenneke Büller waren hierbij aanwezig.

Meer regie in de gebieden, minder centraal geregeld vanuit de overheid, een structurele grondpot en het faciliteren van veehouders die vrijwillig willen stoppen. Dat heeft de sector nodig om de gebiedsprocessen te laten starten, gaven de specialisten Rutte mee.

Egosysteem

Wat Van Burgsteden nu vooral ziet, is een overheid die weet wat goed voor de boer is. 'Het egosysteem', liet hij Rutte weten. 'Daar hebben we een misser gemaakt. In het Nationaal Programma Landelijk Gebied zitten provincies, waterschappen en andere overheden, maar geen enkele boer. De overheid maakt beleid en de boer moet iets vrijwillig doen. Dat kan nooit, moeten en vrijwillig is tegenstrijdig. Het is niet voor niets dat de opkoopregelingen zijn mislukt. Om resultaat te halen, is het van belang dat het egosysteem wordt omgebogen naar het ecosysteem.'

Bovendien worden niet dezelfde definities voor de opgave in gebieden gehanteerd. 'De overheid is nog niet in staat gebleken die doorvertaling te maken. En dan wel het gebiedsproces starten? Eerst is het noodzakelijk dezelfde taal te spreken en dan ontstaan ook pas de juiste spelregels.'

Kleinere gebiedsprocessen

Van Burgsteden verwacht bovendien dat met kleinere gebiedsprocessen met eenzelfde gebiedsopbouw meer winst valt te halen dan met de grote processen die de overheid nu voor ogen heeft.

'Alles wordt nu op een hoop gegooid. Dat gaat niet werken. Het Fochteloërveen bijvoorbeeld, op de grens van Friesland en Drenthe, bestaat uit een coulisselandschap, moderne melkveehouderij en goed ontwikkeld primair akkerbouwgebied. Daarnaast forse open gebieden, arm aan gebouwen. Boeren moeten elkaar kennen, zich verbonden voelen met elkaar. Dat gaat veel gemakkelijker wanneer ze allen op dezelfde grondsoorten boeren, zoals in het veenweidegebied', geeft Van Burgsteden aan.

De gebiedsmakelaar gelooft dat meer boeren aanhaken bij gebiedsprocessen als perspectief kan worden geboden 'Ik zie veranderingen. Wanneer enkele boeren aan zo'n proces werken, kijken anderen over de heg mee. Laatst had ik een gesprek met boeren waarbij drie generaties van dezelfde familie aanwezig waren. Opa wilde bij voorbaat al niet meedoen in het openbaar. Vader pakte heel voorzichtig de stift. En de jongste pakte de stift en ging tekenen en schetste zijn eigen perspectief.'