Eerste resultaten dierlijk eiwit hennenvoer gunstig

Verwerkt dierlijk eiwit is niet hetzelfde als diermeel, legde pluimveespecialist Jeffrey de Rooij uit tijdens het webinar van AgruniekRijnvallei. In diermeel zit het hele dier, inclusief de botten. 'Verwerkt dierlijk eiwit wordt gemaakt van de bijproducten van de slacht die in principe geschikt zijn voor humane consumptie. Daarin zit nauwelijks bot.'

Dat betekent dat er minder ruw as en meer ruw eiwit zit in verwerkt dierlijk eiwit. 'Daarnaast mag je alleen bijproducten van varkens voor pluimvee gebruiken en alleen bijproducten van pluimvee voor varkens. De productstromen moeten volledig gescheiden zijn en verhitting is nodig voordat het mag worden gebruikt.'

Het houdt ook in dat de complete productie van het verwerkt dierlijk eiwit moet voldoen aan veel regels. Certificatie is nodig voordat het verwerkt mag worden en ook de voerfabriek tot en met het afleveren bij de veehouder moet aan regels voldoen. 'Vandaar dat het nogal even heeft geduurd voordat we het in het voer konden verwerken', weet De Rooij. 'Veiligheid voor alles.'

Voorzichtig gestart

Vanwege alle regels kon er ook niet worden getest met het verwerkt dierlijk eiwit (VDE) in het voer. Daarom is AgruniekRijnvallei (AR) voorzichtig gestart met 1,3 procent VDE in het voer van de leghennen. Omdat dit probleemloos verliep, zit er inmiddels 2,5 procent VDE in het voer. Het doel is om op korte termijn naar 5 procent te gaan en op termijn nog verder. De 2,5 procent VDE vervangt 2,5 procent soja.

Dat is een mooie stap naar meer circulariteit, want het VDE werd eerst verbrand en gaat nu het voer in, terwijl er dus minder soja nodig is. Bij het opvoeren van de hoeveelheid VDE is een van de belangrijke aandachtspunten de structuur van het voer. Dat bevat VDE niet. Dat soja toch vervangen kan worden, komt omdat AgruniekRijnvallei alle grondstoffen verkleint door walsen. Er wordt helemaal niet gemalen, waardoor het voer nog steeds voldoende structuur bevat.

Legpercentage

De productie van de hennen is door het toevoegen van inmiddels 2,5 procent VDE in alle legpluimveevoeders niet veranderd. Gemeten over alle koppels is het legpercentage niet veranderd en blijft de eimassa hetzelfde. Wel daalt de voeropname licht, het betekent dat de voerconversie iets is verbeterd. De wateropname is licht gedaald. Zaken als eikwaliteit en verenpak zijn niet gewijzigd.

Onafhankelijk dierenarts Sible Westendorp, beter bekend als de Kippendokter, vindt het een flink voordeel dat er weer dierlijk eiwit in het voer van kippen mag. 'Een kip is immers een alleseter en de overgang naar volledig plantaardig voer voor kippen door de BSE-crisis was dan ook voor de kip niet prettig.'

Darmgezondheid

Dat het de voerfabrikanten toch is gelukt om de kippen nog goed te voeren zonder het dierlijke eiwit, noemt Westendorp een hele prestatie. 'Hobbykippenhouders die problemen kregen met bijvoorbeeld de darmgezondheid en onrust hebben dat vaak opgelost door de kippen kattenvoer te geven.'

Door het gebruik van VDE in het voer verwacht hij zeker minder problemen met darmgezondheid en stress. 'De aminozuursamenstelling van dierlijk eiwit is optimaal. Je krijgt minder tekorten bij de hennen. Het kan betekenen dat je minder pikkerij krijgt. Vooral het ondereind van je kippen zal hierdoor beter presteren. De productie zal hierdoor stabieler en constanter zijn.'

Dicalciumfosfaat

Naast VDE gebruikt AgruniekRijnvallei in het voer voor de leghennen onder andere dicalciumfosfaat als bron van fosfor en AR Topcal, een product op basis van eierschalen. Deze drie producten zorgen samen voor een voordeel van circa 1,94 euro per 100 kilo voer. 'Samen met de betere voerconversie kan het voordeel voor de pluimveehouder hiermee oplopen tot 1.000 euro per bulkwagen', schetst commercieel directeur Johan Schuttert van AgruniekRijnvallei.