Melkveehouder Van Rooijen: 'Met compact voeren wordt elke hap even lekker'

Compact voeren is een vorm van total mixed ration (tmr)-voeren. Elke avond schept melkveehouder Jan Willem van Rooijen zijn voermengwagen vol met graskuil. Daar voegt hij dan krachtvoeders aan toe, het is een mengsel van verschillende grondstoffen. Denk aan raap, soja, tarwe en maismeel. 'Wat er exact in zit weet ik niet precies. Maar het is een eiwitrijk en energierijk component', geeft hij aan.

Vervolgens gaat er een grote plens water bij, wel 2.000 liter. En dan mag de boel een nachtje inweken, minimaal twaalf uur om precies te zijn. 'De smaak van het meel trekt dan mooi in het kuilgras. Het wordt lekkerder', zegt de Gelderse veehouder. De volgende ochtend voegt Van Rooijen nog snijmais en mineralen toe en laat hij de wagen een half uur mengen.

Het grote voordeel van compact voeren? Zijn koeien kunnen niet meer selecteren, nemen meer ruwvoer op en elke hap is even lekker. 'Zelfs het droge kuilgras van vorig voorjaar ging er goed in', lacht de melkveehouder.

Van Rooijen ervaart meer rust in de stal omdat ook de koeien die laag in de rangorde staan, zoals vaarzen, op hun gemak kunnen vreten. De veehouder is enthousiast, want de de 305 dagenproductie van zijn 180 melkkoeien steeg met 700 kilo. Toch kent compact voeren ook nadelen. 'Het kost iets meer tijd, je gebruikt meer dieselolie en je hebt extra slijtage aan je voermengwagen. Het is dus niet allemaal winst.'

Rundveespecialist Teunis Kool van Agruniek Rijnvallei was erbij toen het concept 'compact voeren' ongeveer acht jaar geleden vanuit Denemarken overwaaide naar Nederland. Volgens hem is Van Rooijen een van de boeren die het 'echte' compacte voeren heeft overgenomen. Maar bij veel anderen ziet hij dat ze onderdelen toepassen. Ze weken bijvoorbeeld de grondstoffen in, houden langere mengtijden aan, voegen water toe of werken met een specifieke mengvolgorde.

Gras korter hakselen

'Met de komst van het compact voeren in Nederland, zijn melkveehouders bewuster naar de maximale benutting van hun ruwvoer gaan kijken', stelt Kool. 'Je ziet ook dat gras korter wordt gehakseld, dat is echt een trend geworden. Ze hakselen het op 1 tot 2 centimeter in plaats van 5 tot 6 centimeter. De conservering van het gras verloopt beter en de benutting stijgt.'

Ook is er meer aandacht voor het drogestofgehalte van het rantsoen, ervaart Kool. 'Vroeger keek je daar zelden naar, nu bijna altijd. Is het voer te droog, dan voeg je water toe. Het uiteindelijke doel is dat je selectie voorkomt.'