FrieslandCampina wil huidige omvang behouden

Dat heeft voorzitter Sybren Attema maandag gezegd tijdens een persbijeenkomst. Op dit moment zijn melkveehouders van FrieslandCampina goed voor 67 procent van de Nederlandse melkproductie. Om dit op peil te houden, kijkt de zuivelcoöperatie nadrukkelijk waar zij nieuwe melk vandaan kan halen. In een krimpende markt is dat een hele uitdaging. Jaarlijks stopt 3 à 4 procent van de melkveehouders. Ook de kabinetsplannen voor de komende jaren zetten hier druk op. De coöperatie wil ledenbedrijven desondanks de kans geven om te groeien.

Daarnaast onderzoekt FrieslandCampina de mogelijkheden om nieuwe melkveehouders aan te trekken. In de afgelopen weken zijn leden geraadpleegd over dit plan. Dit staat in contrast met het plan 'Gebalanceerde groei' dat het zuivelconcern in 2018 lanceerde om de leden via een individueel quotum te dwingen om de melkaanvoer te temperen. Dit is niet in werking gesteld. Inmiddels is de realiteit dat de fabrieken weer goed melk kunnen gebruiken om de capaciteit te kunnen blijven behouden.

De steun van leden voor het aantrekken van nieuwe leden is er volgens Attema, maar veel hangt af van de uitwerking van het plan en de voorwaarden die voor de toetreding gaan gelden. Daarvoor liggen nog verschillende opties op tafel. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan het toetreden van Belgische melkveehouders die nu al leveren aan FrieslandCampina, maar nog geen lid zijn. 'Het belang van bestaande leden staat bij de plannen voorop', zegt de voorzitter van de zuivelcoöperatie.

Vertrekkende leden

De afgelopen jaren verloor FrieslandCampina juist leden. 'Het doet mij persoonlijk altijd pijn als leden vertrekken', zegt Attema hierover. 'Ik vind dat we alle leden moeten koesteren. Daarvoor is het van belang dat leden zich gerespecteerd en beloond voelen. Waardering moet niet alleen blijken uit woorden, maar ook uit de beloning.'

Het bestuur van FrieslandCampina heeft in de 'Koers op 2030' dan ook vastgelegd dat de melkprijs van FrieslandCampina toonaangevend moet zijn. 'De afgelopen twee jaar was dat onvoldoende', stelt de voorzitter van de zuivelcoöperatie. 'De komende tien jaar is het doel om dat weer te zijn.'

Attema ziet daarbij dat de uitgangspunten voor FrieslandCampina goed zijn. De afzet van producten kent volgens hem een goede geografische spreiding over de wereld en de verscheidenheid in de producten is groot. Om dit te behouden voor de toekomst, is juist het behouden van omvang belangrijk.

Diversiteit

De diversiteit van de bedrijven mag tot 2030 verder groeien. 'Wat ons bindt, is melk, maar elk bedrijf is verschillend.' Sinds kort is er ook weer meer ruimte voor de biologische melkstroom, terwijl daar eerder nog een teveel aan aanbod voor was. Het bestuur van FrieslandCampina vindt het belangrijk dat het bedrijf flexibel is, omdat de vraag naar bepaalde melkstromen ook pieken en dalen kent.

Attema ziet diversiteit van de leden als kracht, maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. De verdeeldheid die hij ziet in de sector, ziet hij ook terug in zijn eigen achterban. Dat heeft volgens hem alles te maken met de maatschappelijke druk die er is op de veehouderij. 'Als je elke dag als je de krant opent moet lezen hoe slecht je het doet, dan doet dat wat. Er staat spanning op de sector, dat merken ook wij.' De voorzitter van de zuivelcoöperatie vindt het in dat licht van belang dat ook de belangenbehartiging in de melkveehouderij de rijen sluit, dat er één geluid klinkt.