Sector in beroep tegen oordeel NVWA over Fandango

Het doel is om de NVWA te overtuigen van de noodzaak van de beschikbaarheid van Fandango voor de uienteelt. Dit vooral vanuit het oogpunt van goed resistentiemanagement. Met het overleg gaat BO Akkerbouw namens de Nederlandse akkerbouwsector in beroep tegen het eerder oordeel van de NVWA dat de aanvraag voor vrijstelling van Fandango niet voldoet aan de bijbehorende criteria.

Volgens de NVWA is er geen sprake van een noodsituatie als uientelers niet kunnen beschikken over Fandango. De autoriteit ziet het als knelpunt en wijst erop dat er alternatieven zijn voor de uientelers. 'Maar dit zijn slechts twee middelen met dezelfde actieve stof', stelt directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw. 'Als uientelers niet voldoende kunnen afwisselen in hun spuitschema dan gaat dat ten koste van de effectiviteit van de overgebleven middelen.'

Richtlijnen van LNV

Goed resistentiemanagement is volgens Hoogendijk voor de NVWA nog geen argument om vrijstelling te verlenen. Hij stelt de NVWA over dit standpunt niet veel te verwijten valt, maar dat dit vooral een gevolg is van de richtlijnen die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt voor het verlenen van vrijstellingen. 'We moeten er bij LNV op aansturen de regelgeving hierop aan te passen. De verwachting is dat goed resistentiemanagement vaker een knelpunt gaat zijn als het middelenpakket steeds kleiner wordt.'