Luc van Oirbeek: 'Verlies belang van samenwerken niet uit oog'

Van Oirbeek is erop gebrand om zowel de landbouwsector als beleidsmakers bij de les te houden. 'Als je kranten openslaat, lijkt het of alles rechtstreeks van de boer moet komen. Het geeft een vertekend beeld. Lokaal biedt mooie kansen, maar het gaat om slechts 1,2 procent van de totale afzet.'

Het vervelende is dat dit wordt afgezet tegen een beeld van een vervuilende industrie, stelt de Belgische bestuurder. 'De groente- en fruitsector is verre van dat. Het gaat om tuinders die met hart en ziel hun gewassen telen en veilingen die hun producten naar afnemers binnen en buiten Europa distribueren. Dat is een zeer stabiel systeem.'

Faire vergoeding

Dat neemt niet weg dat telers volgens hem geholpen moeten worden om duurzaam te produceren tegen een faire vergoeding. Van Oirbeek wijst erop dat de Europese groente- en fruitsector goed is voor 200 miljard omzet en 5 miljoen banen. Deze sector heeft belang bij een sterke positie van boeren en tuinders. Daarvoor moet je je als telers organiseren, meent hij.

Het baart Van Oirbeek daarbij zorgen dat met name grote Nederlandse handelsbedrijven Europa de rug toekeren en afzien van steun uit de gemeenschappelijke marktordening (GMO-gelden). 'We moeten samenwerken om te kunnen innoveren en om nieuwe markten aan te boren.'

Realistische maatregelen

Ook vergroot een goede organisatie de invloed op Europees beleid. Dat moet volgens Van Oirbeek gericht zijn op betaalbare en realistische maatregelen. Als voorbeeld noemt hij de discussie over import van goederen die niet aan EU-eisen voldoen.

'Deze ecologische afwenteling moeten we voorkomen. Kijk naar wat er gebeurt als onze tomaten worden vervangen door Marokkaanse import of denk aan de chloorkippen uit Brazilië. Het is goed om onszelf hogere standaarden op te leggen, maar dan zullen we ook goedkope import niet moeten binnenlaten. Laten we dat vooral goed blijven uitleggen.'