Kostprijs Beter Leven-kuiken ligt hoger

Volgens de berekening van Wageningen Economic Research komt de kostprijs van een vleeskuiken dat volgens de 1 ster Beter Leven-normen wordt gehouden flink hoger uit. Dat komt door de lagere bezettingsgraad, hogere voerconversie, grotere toegerekende kosten en investering in de overdekte uitloop en daglicht.

Bij een afschrijvingstermijn van vijf jaar voor de extra investeringen komt de kostprijs uit op 1,385 euro per kilo afgeleverd gewicht. Bijna 40 cent per kilo meer dan de 94,9 cent voor een regulier kuiken. 'Maar die kostprijs is berekend op basis van uitgangspunten en prijzen gebaseerd op de situatie in juli/augustus', zegt De Jong. 'Sindsdien zijn met name de voer- en energiekosten flink gestegen. Met de huidige prijzen kom je al op zo'n 1,43 euro per kilo en met de vergoeding voor ondernemersrisico op 1,48 euro.'

Contract duurt vijf jaar

Kiezen voor een langere afschrijvingstermijn dan vijf jaar is niet aan te raden. Een contract voor het 1 ster Beter Leven-kuiken duurt vijf jaar en de banken willen dat extra investeringen binnen die tijd worden afgelost.

Met de kale kostprijs komt de vleeskuikenhouder er niet. De stap en investering naar Beter Leven is groot. Er is dus ook een vergoeding nodig voor het ondernemersrisico en het inhuren van vreemde arbeid bij vervanging van de ondernemer. Voor een gezond bedrijf is een beloning voor ondernemersrisico nodig en op zijn plaats. En dan komt er volgens De Jong 4 tot 5 cent bij.

Groter gezondheidsrisico

Daarbij lopen de kuikens een groter gezondheidsrisico door weersinvloeden en doordat de voerconversie kan tegenvallen. Ook hiervoor is een vergoeding nodig.

Gedurende de looptijd kunnen dan nog correcties nodig zijn voor bijvoorbeeld stijgende voerprijzen of een tegenvallende voerconversie. 1 cent hogere voerkosten betekent een 2 cent hogere kostprijs. En een 4 punten hogere voerconversie kost 1,4 cent extra.

De tijd om over te schakelen naar Beter Leven dringt. Er gaat volgens De Jong een contract rond met vijf jaar looptijd, maar andere marktpartijen hebben die keuze nog niet gemaakt. 'Ik hoop dat snel voor vijf jaar wordt gekozen. Vleeskuikenhouders hebben zekerheid nodig voor ze de beslissing tot de overstap kunnen maken. Dan moeten ze de vergunning nog aanvragen voordat ze kunnen investeren.'