Overheid mag grond niet zomaar verkopen

Het gaat om een uitspraak van de Hoge Raad in een zaak tussen supermarkten in het Gelderse Didam. Deze bedrijven hadden belangstelling voor de locatie van het oude gemeentehuis in het centrum. De gemeente Montferland had de grond verkocht aan een ontwikkelaar die daar een Coop-supermarkt wil bouwen. Een franchisenemer van Albert Heijn had ook interesse in de locatie.

Volgens de uitspraak had de gemeente in 2019 het gelijkheidsbeginsel moeten toepassen. In dit geval had de franchisenemer van Albert Heijn ook mee mogen dingen naar de locatie.

Gevolgen voor woningbouw

De uitspraak gaat in tegen de bestaande praktijk en lopende bouwprojecten moeten opnieuw worden beoordeeld. Volgens deskundigen kan de uitspraak grote gevolgen hebben voor de woningbouwopgave, zo vertelden ze in het Financieele Dagblad.

Advocaat Charles van Mierlo van GVK Advocaten, gespecialiseerd in agrarisch recht en ruimtelijke ordening, meent dat de uitspraak betrekking heeft op de hele maatschappij. Dus ook op de agrosector. 'Het was na een eerdere uitspraak van het Europees Hof een jaar geleden al duidelijk dat terreinbeherende organisaties als Natuurmonumenten op gelijke voet moeten concurreren met particulieren eigenaren op het gebied van natuurontwikkeling. Particulieren moeten hier ook aanspraak op kunnen maken.'

De uitspraak van Didam heeft volgens de advocaat brede consequenties. 'Het gaat over meer dan puur natuurontwikkeling en kan ook betrekking hebben op grond die wordt verkocht met als doel om extensievere of biologische landbouw te ontwikkelen. De overheid kan die grond dan niet aan die specifieke bieder verkopen, maar moet ook rekening houden met andere geïnteresseerden.'