Bossenstrategie verlangt 161 miljoen bomen en struiken

Nederland heeft de komende jaren 161 miljoen bomen en struiken nodig voor de aanplant in bos en landschap. Dat staat in rapport Planten voor de toekomst dat is opgesteld ten behoeve van de uitwerking van de nationale Bossenstrategie.

Bossenstrategie+verlangt+161+miljoen+bomen+en+struiken
© Arno Engels

Rapport Planten voor de toekomst is opgesteld door Werkgroep Genenbronnen en Plantmateriaal, in opdracht van het ministerie van LNV en de provincies. Deze week is het rapport naar de Tweede Kamer gestuurd, de officiële presentatie is komende maandag tijdens een besloten digitale bijeenkomst.

In de werkgroep zaten allerlei partijen uit de keten van plantmateriaal voor bos en landschap: LNV, LandschappenNL, Raad voor plantenrassen, LTO Cultuurgroep Bos- en Haagplantsoen, Staatsbosbeheer en kennisinstituut Probos.

Zij hebben adviezen uitgewerkt om genenbronnen van bomen en struiken in Nederland verder te beschermen en ontwikkelen. Ook zijn adviezen uitgewerkt voor de beschikbaarheid en toepassing van plantmateriaal dat geschikt is voor bos en landschap.


37.000 hectare nieuw bos

Volgens de Bossenstrategie, die onderdeel is van het Klimaatakkoord, moet Nederland in 2030 minstens 37.000 hectare nieuw bos hebben aangelegd. Daarnaast zijn meer bomen en struiken nodig in het landschap, de natuur, en ook in combinatie met landbouw oftewel agroforestry. Dit alles moet onder andere bijdragen aan de CO2-vastlegging.


Om de plannen in de Bossenstrategie te kunnen uitvoeren, zijn tot 2030 naar schatting 161 miljoen bomen en struiken uit de boomkwekerij nodig. Een enorme plantopgave, zegt de werkgroep in het rapport. Die is alleen te realiseren met de inzet van het nodige budget, langjarige afspraken en garanties van leveringen, kennisverspreiding en samenwerking tussen overheden en andere partijen uit de keten van plantmateriaal.

De genetische herkomst van het plantmateriaal speelt een cruciale rol, zeker gezien de klimaatverandering die effect kan hebben op de groei van bomen en struiken. De herkomst, veelal is dat een zaadbron, geeft bijvoorbeeld aan hoe de nakomelingen groeien, in hoeverre ze hout produceren, CO2 vastleggen en kunnen bijdragen aan de biodiversiteit. Het zijn planten voor de toekomst, want gevolgen van de herkomstkeus werken tientallen jaren door in bossen en landschappelijke beplantingen.


Drie categorieën plantmateriaal

Voor de Bossenstrategie zijn drie categorieën plantmateriaal nodig: autochtoon materiaal ofwel oorspronkelijk inheems en dus aangepast aan het Nederlandse klimaat, bosbouwkundig plantmateriaal wat bijvoorbeeld veel houtproductie en CO2-vastlegging oplevert en materiaal van zogenoemde klimaatslimme soorten. Dat zijn veelal buitenlandse herkomsten die aanvullend kunnen zijn op de bestaande soorten in bos en landschap.


De bestaande genenbronnen in Nederland zijn volgens de werkgroep echter niet robuust genoeg om aan de toekomstige behoefte te kunnen voldoen. Er is dus momenteel een tekort aan zaden, wat volgens de werkgroep kan leiden tot aanplant van onbekende of onwenselijke genetische herkomsten. Of er wordt helemaal niet geplant.

Bovendien is er extra aandacht nodig voor autochtone bronnen, omdat nog maar minder dan 10 procent van het totale Nederlandse areaal bomen en struiken een autochtone herkomst heeft. Deze bronnen zijn ook nog eens kwetsbaar en moeten daarom, volgens de werkgroep, snel beschermd worden om te kunnen behouden voor de toekomstige zaadvoorziening.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer