Pluimveehouderij wil eigen sectorplan voor aanpak stikstofreductie

De pluimveehouderij neemt sinds 2019 deel aan allerlei overleggen over stikstof. In eerste instantie collectief op landelijk niveau en later met name in de provincies, in verband met de gebiedsgerichte aanpak. Sinds enkele maanden worden over de aanpak van stikstofreductie vanuit de vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP en de NVP op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd met LNV.

Deze gesprekken zijn erop gericht om vanuit de sector te komen tot een eigen aanpak van de stikstofreductie, naar analogie van het Sectorplan fijnstofreductie dat eerder dit jaar is gemaakt. Daarbij zal worden gekeken naar het wegnemen van drempels voor stikstofreductie in de pluimveehouderij.

Voorlopers niet bestraffen

'Voorlopers die willen investeren in stikstofreductie mogen niet worden bestraft', zegt voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP. 'Bedrijven die willen gaan investeren in stikstofreductie lopen tegen het feit aan dat ze dan latente ruimte kwijtraken en vervolgens worden beperkt in de keuzes die in de toekomst willen maken, zoals de overstap naar het Beter Leven-keurmerk.'

Belangrijk zijn ook vragen rondom de juridische houdbaarheid. Er is volgens De Jong consistent beleid nodig dat is gericht op de lange termijn met vaste einddoelen. En het is bijvoorbeeld van belang om te borgen dat er steeds met dezelfde lat wordt gemeten.

LTO/NOP- en NVP-voorzitters Kees de Jong en Bart-Jan Oplaat zijn positief over de contacten met LNV en hopen binnenkort voor dit initiatief steun te krijgen van het ministerie.