Praktijkmetingen voor betere emissiefactor droogtunnel en volière

De emissiefactoren voor volièrestallen en droogtunnels zoals die in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) zijn mogelijk niet juist. Dat blijkt uit een analyse van alle beschikbare data van metingen in de afgelopen tien jaar. Om verrassingen in de toekomst te voorkomen, zijn pluimveehouders gebaat bij betrouwbare metingen. De vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP roept pluimveehouders daarom op mee te werken aan een praktijkonderzoek naar de emissies.

Praktijkmetingen+voor+betere+emissiefactor+droogtunnel+en+voli%C3%A8re
© Twan Wiermans

Om de juiste emissiefactoren vast te kunnen stellen, hebben de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat Wageningen Livestock Research gevraagd nieuwe emissiemetingen te verrichten aan stallen met en zonder een overdekte uitloop. Vooral stallen waarbij er kan worden gevarieerd in de mate van mestbeluchting en afdraaifrequentie van de mestbanden.

Op basis van de uiteindelijke meetresultaten kunnen dan voor de verschillende uitvoeringen nieuwe emissiefactoren worden vastgesteld, maar ook voor nieuwe systemen met andere indelingen of instellingen. Ook zijn in het projectplan metingen opgenomen aan droogtunnels.

De vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP ondersteunt nieuwe metingen omdat er duidelijke signalen zijn dat bepaalde emissiefactoren mogelijk niet juist zijn. De vakgroep vindt het belangrijk dat de metingen goed worden uitgevoerd. Pluimveehouders zijn gebaat bij betrouwbare metingen om verrassingen in de toekomst te voorkomen, bijvoorbeeld wanneer op enig moment wordt overgegaan naar realtimemetingen en dan zou blijken dat eerdere emissiefactoren niet kloppen.


Twee typen stallen voor onderzoek

Voor het uitvoeren van de metingen wordt nu een oproep gedaan om stallen beschikbaar te stellen. Het gaat om een volièresysteem waarbij 45 tot 55 procent van de leefruimte rooster is met daaronder een mestband met een beluchtingscapaciteit van 0,2 kuub per dier per uur (RAV-code: E 2.11.1) of een beluchtingscapaciteit van 0,5 kuub per dier per uur (RAV-code E 2.11.2.

Daarbij gaat het zowel om stallen zonder als met een overdekte uitloop. Er moet de mogelijkheid zijn om te variëren in de mestbandbeluchting (van geen tot circa 1 kubieke meter dier per uur) en de afdraaifrequentie van de mestbanden in te stellen (van één per week tot twee keer per dag). De stal heeft enkel lengte- of nokventilatie, geen twee etages en geen vrije uitloop. De aanwezigheid van een droogtunnel met de mogelijkheid om te variëren in afdraaifrequentie van de mestbanden is een pre.


Deelnemers gezocht

De vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP komt graag in contact met pluimveehouders die mee willen werken aan dit onderzoek, waarbij het uitvoeren van de metingen een jaar zal duren. Er zijn minimaal acht stallen – vier met en vier zonder overdekte uitloop – nodig. Een vergoeding is beschikbaar.

De resultaten van de metingen hebben geen consequenties voor de huidige vergunningen van het bedrijf. Bedrijven die mee willen doen, worden bezocht om een verdere toelichting te geven op het onderzoek, na te gaan of het technisch goed mogelijk is om de metingen uit te voeren en om verdere afspraken te maken.

Aanmelden en meer informatie aanvragen kan bij Ernest Bokkers via ebokkers@lto.nl of Hilko Ellen via hilko.ellen@wur.nl of (0317) 480326.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer