Uitval daalt in vrijloopkraamstal bij varkenshouder Vernooij

De ervaring uit de eerste ronde is om de poortjes pas na vijf dagen te openen, zodat de biggen eerst voldoende biest krijgen. De Gelderse varkenshouder kiest ervoor om achttien zeugen met bijbehorende biggen door elkaar te laten lopen en ze niet individueel te huisvesten in een vrijloopkraamstal. Volgens hem daalt de uitval naar 6,5 procent. 'Ik heb ook nog een traditionele stal en die houd ik, want die is nog niet afgeschreven', zegt hij.

'Sommige boeren zullen wel denken: die Theo Vernooij kan lullen met zijn uitval, maar mijn uitval daalt met 6 procent', vervolgt Vernooij. De algemeen geldende ervaring is namelijk dat de uitval in vrijloopkraamhokken hoger is dan die in traditionele kraamhokken. 'Dat valt bij dit systeem mee en wij denken dat het komt door het volume van de stal, waardoor we de temperatuur precies op 21 graden kunnen houden. Dus dit is een ideaal klimaat voor de zeug en de biggen.'