Opnieuw calamiteitenregeling melk vanwege droogte

Wageningen University & Research (WUR) concludeerde op basis van een analyse van KNMI-weergegevens van de afgelopen veertig jaar dat 2019 een extreem jaar was ten aanzien van droogte (regionaal) en temperatuur. De WUR stelde ook vast dat de criteria 'percentage eiwit van eigen land', 'blijvend grasland', 'stikstofbodemoverschot' en 'broeikasgasemissie' droogtegevoelig zijn.

Verder bracht WUR op basis van de landelijke gegevens van de KringloopWijzer uit 2017, 2018 en 2019 de effecten op deze criteria in beeld. De gegevens over 2019 kwamen eind mei 2020 beschikbaar. De uitkomsten van het onderzoek zijn in juni met experts in de calamiteitencommissie besproken.

Voldoende vertrouwen

Deze week heeft het college besloten om een calamiteitenregeling vast te stellen. Het is ervan overtuigd dat dit besluit belangrijk is om voldoende vertrouwen te bieden aan melkveehouders in het certificatiesysteem. Het is overigens al het derde jaar op rij dat er een calamiteitenregeling wordt vastgesteld.

Het gaat om regionale correcties op het criterium stikstofbodemoverschot per melkveebedrijf in 2019. In het Westelijk veenweidegebied en het Oostelijk zand geldt een correcte van -10 kilo per hectare en in het Zuidelijk zand een correctie van - 20 kilo per hectare.

De landelijke correctie CO2 eq-emissie per kilo melk ligt op -70 gram. De vastgestelde correcties voor 2019 worden in de berekening van de meerjarengemiddelden meegenomen. Deze calamiteitenregeling geldt voor alle (potentiële) deelnemers aan het On the way to PlanetProof-keurmerk.