Looftrekker in aardappelen bespaart meerdere bespuitingen

Omdat sinds 2020 de belangrijke loofdodingsmiddelen Reglone en Finale niet meer zijn toegelaten, is de interesse naar alternatieve methoden van loofdoding toegenomen. Het bedrijf ontwikkelde daarom een machine waarmee deze vraag kan worden opgevangen.

Vegniek gaf woensdag een demonstratie van de Discmaster 150 op een proefveld van veevoederfabrikant Raiffeisen Ems-Vechte in de Duitse plaats Klein Berßen. De werking van de machine was te zien in een perceel met zetmeelaardappelen.

Via verende loofgeleiders draait het apparaat het loof met wat grond op een smalle rij die naar de trekschijven wordt gevoerd. 'De glijsloffen die gemonteerd zijn naast de trekschijven voorkomen dat de aardappelen uit de ruggen worden getrokken', legt directeur Erik van der Vegt van Vegniek uit. 'Zodra het loof met grond de trekschijven verlaat, wordt het begeleid naar de diabolo-rollen die de grond stevig aandrukken. Daardoor zijn de aardappelen bedekt in een stevige gesloten rug die bestand is tegen weersinvloeden.'

Goede voorbereiding

Het loofklappen voorafgaand aan het trekken bepaalt voor een groot deel hoe de machine functioneert', zegt vertegenwoordiger Stan Koning van Vegniek. 'Het beste is om dit in één werkgang te doen, waardoor de looftrekker de stengels beter kan aanzuigen. Ook is het belangrijk om goed te kijken naar de juiste afstelling van de machine.'

'Telers geloofden eerst niet dat looftrekken in zetmeelaardappelen werkt, omdat deze rassen vaak lang loof hebben en stevig vastzitten aan de wortel', weet Koning. In de praktijk blijkt dat erg mee te vallen. Op het proefveld in Duitsland waren nauwelijks blootgelegde aardappelen te zien.

'Het is belangrijk dat akkerbouwers de aardappelen voldoende diep poten, omdat anders de knollen al bijna bovenop liggen met trekken', zegt van der Vegt. 'De machine moet de stengel zo diep mogelijk aanpakken, voor meer grip en minder kans op afbreken van de stengel. Je moet altijd genoeg grond hebben om alles naar binnen te draaien. Als je een ras hebt dat omhoog groeit, is het lastiger. Vooral in het buitenland zien we dat de aardappelen in de zijkant van de rug zitten of dat er nauwelijks een rug is. Dan werkt het niet goed, maar dat is logisch.'

Minder kans op rhizoctonia

Door de mechanische loofdodingsmethode is er ook minder kans op de schimmelziekte rhizoctonia. Dit komt omdat het apparaat de stengel direct van de knol aftrekt. 'Daardoor geef je de infectie niet meer de tijd om van de stengel naar de knol te gaan', legt Koning uit. 'De aardappelen sterven dus sneller af. Telers kunnen na het trekken al snel een of twee weken eerder rooien, omdat de schil ook vlotter rijpt.'

'Vandaar dat ook zetmeeltelers geïnteresseerd zijn. Deze rassen hebben veel kracht en gaan niet snel dood. Als het looftrekken goed zijn werk doet, hoef je ook niet meer na te spuiten met Quickdown of Spotlight.'

Capaciteit

Met de Discmaster 150 (twee rijen) kan ongeveer een halve hectare per uur worden bewerkt, met de Discmaster 300 (vier rijen) 1 hectare. Beide apparaten zijn licht van gewicht en compact gebouwd. De machine werkt goed op alle grondsoorten. Koning: 'Bij zandgrond is het beter wanneer de grond goed vochtig is, waardoor het apparaat wat weerstand heeft van de rug. Kleigrond mag wel wat droger zijn, dan is het wat minder plakkerig.'

De looftrekker van Vegniek is sinds 2020 op de markt.