Verschillen binnen de mais blijken vooral regionaal

Terwijl Jolan van Noye uit het Brabantse Escharen woensdag regen kon gebruiken, klaagde Guido Frijns uit het Limburgse Reijmerstok over bijna continu overtrekkende buien. 'De graanoogst moet constant worden onderbroken door de regen. Ook heb ik zomergerst staan die van het land moet. We konden een paar uur dorsen, maar er was steeds opnieuw regen', stelt Frijns. Ook Bas Fokkert uit het Overijsselse Holthone had veel neerslag.

De regen speelde ook in het voorjaar parten. Een aantal ondernemers werd genoodzaakt om de mais laat te zaaien. Zoals Roelof de Jong uit het Friese Abbega, die hierdoor de mais niet op de gewenste lengte heeft.

Zaaimoment verlaat

Volgens Willy Aarts uit het iets noordelijker gelegen Hallum was het zaaimoment door het weer verlaat. 'Wij waren in de omgeving de eersten die eind april de loonwerker inschakelden. Daarna lag het zaaiwerk in veel Friese plaatsen als gevolg van de regen weken stil.'

Ook bij Gerrit de Jong in het Utrechtse Meerkerk zijn de omstandigheden wisselend: 'Het is geen topjaar. Op veel plaatsen is de mais laat opgekomen, niet alleen omdat er laat is gezaaid, maar ook omdat het nat was. Ieder structuurplekje zie je terug in de maisgroei', zegt hij.

Vogelvraat

'Daarbij was hier veel sprake van vogelvraat. Terwijl de beste mais hier wel goed staat, is bijvoorbeeld mais die na die vraat is overgezaaid, niet hoger dan 1 meter. Ik vrees dat het niets wordt.'

Elders is de mais goed bijgetrokken. Zoals bij Bert Wissels in het Gelderse Hengelo. Dick Davelaar uit het Utrechtse Leusden: 'De slechtste mais wordt nooit de beste. De laatste weken is de mindere mais flink gegroeid.'