Herziening PlanetProof pas in 2022

Hiermee stapt de organisatie af van de jaarlijkse aanpassing van het certificatieschema. De verandering moet leiden tot meer rust in de uitvoering van het programma, zegt Stefanie de Kool, programmamanager plantaardige agroketens.

De afwijking van het ritme past ook beter bij het nieuwe monitoringsprogramma dat SMK aan het opzetten is. De organisatie wil beter in kaart brengen welke inspanningen de akker- en tuinbouw verrichten om te voldoen aan PlanetProof.

Meer data verzamelen

Om die reden gaat de stichting meer data verzamelen over hoe telers presteren op de thema's van PlanetProof. 'Nu weten we van keurmerkhouders dat zij voldoen aan de eisen van PlanetProof', stelt de manager. 'We willen graag ook in beeld hebben hoeveel beter zij presteren dan de eisen.'

Deze kennis wil de stichting gebruiken in de communicatie naar de buitenwereld, zoals overheid, maatschappelijke organisaties en supermarkten. 'Dan kunnen we, als voorbeeld, vertellen dat 80 procent van de PlanetProof-telers fossielvrije energie gebruikt.'

Vergelijking gangbare teelt

Met de nieuwe gegevens kan PlanetProof nog niet worden vergeleken met de gangbare teelt omdat daar de referentie voor ontbreekt. Daar ligt een opgave voor bijvoorbeeld het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, aldus De Kool.

SMK benadrukt dat de stichting alleen naar buiten treedt met collectieve cijfers en niet met de individuele data van telers.

Nieuwe doelstellingen

De nieuwe monitoring gebruikt de organisatie eveneens om nieuwe doelstellingen vast te stellen voor de herziening in 2022. 'Als alle telers bijvoorbeeld voldoen aan een eis, kunnen we deze wellicht aanscherpen', legt De Kool uit.

De stichting bekijkt bij elke herziening welke eisen kunnen worden aangepast om het uiteindelijke doel van PlanetProof te bereiken, een land- en tuinbouw in balans met de draagkracht van de planeet met zoveel mogelijk gesloten kringloop van grondstoffen.

Duurzaamheidsindicatoren

SMK heeft voor het meten van de prestaties van teeltbedrijven duurzaamheidindicatoren vastgesteld. Onderdelen waarop al wordt gepeild, zijn broeikasemissie voor bedekte teelten, areaal van natuurelementen op het bedrijf, waterverbruik, gewasbeschermingsmiddelengebruik, toepassen van niet-chemische gewasbeschermingsmethoden en organischestofbalans van de bodem. Hier komen nog nieuwe indicatoren bij.

Naar verwachting zijn volgend jaar de eerste cijfers voorhanden.