Veldhuizen: 'Goede moedereigenschappen steeds crucialer'

Wim en Greet Veldhuizen en hun zoon Derk zijn fokbedrijf voor Topigs Norsvin. Samen met een enthousiast team van medewerkers runnen ze het bedrijf met vestigingen in Rhenen en Woudenberg. Beide locaties zijn in de loop der jaren gesloten gemaakt. Onder ander door luchtwassers te plaatsen.

Op het bedrijf verzorgt Greet Veldhuizen de administratie. Wim Veldhuizen doet de fokkerij en de selectie van de fokgelten. Derk Veldhuizen volgt één dag in de week de varkenshouderijopleiding aan het Aeres mbo in Barneveld. Daarnaast werkt hij in de stal en regelt hij het veetransport met een eigen vrachtwagen.

Wim Veldhuizen ziet het structureel leveren van fokgelten als een vorm van samenwerking. Fokgelten van goede kwaliteit en de juiste leeftijd ontzorgen de vermeerderaar. Omdat de fokbedrijven met een volledig 'zuivere' zeugenpopulatie werken, zijn er veel selectiemogelijkheden.

Grote genetische vooruitgang

Bovendien ligt het vervangingspercentage bij de zeugen boven de 60 procent, waardoor de genetische vooruitgang groot is. 'Dat vertaalt zich bij de nakomelingen van de geleverde fokgelten in een hoger rendement. Dat kan oplopen tot wel 2 euro per afgeleverd vleesvarken per jaar', aldus de Utrechtse ondernemer.

Een belangrijk voordeel van de locaties in Rhenen en Woudenberg noemt Veldhuizen dat ze in een relatief varkens-arm gebied zitten. Op het fokbedrijf gelden strikte regels ten aanzien van biosecurity. Iedereen moet bedrijfseigen kleding dragen en de kleding is in de kleur van iedere diergroep. Het ondernemen draait voor de veehouder om kwaliteit.

Veldhuizen verkoopt TN70- en Topigs 20-zeugen. 'Inmiddels is rond de 85 procent TN70, de rest is Topigs 20. Wij merken dat afnemers echt heel bewust kiezen voor een kruising en ook trouw blijven aan hun kruising.' Wat betreft de fokkerij is er momenteel wel veel aan het veranderen, stelt Veldhuizen vast.

Vier steeds belangrijkere eigenschappen

Binnen het fokprogramma van Topigs Norsvin worden volgens de ondernemer vier eigenschappen steeds belangrijker: zelfredzaamheid van de zeug, het grootbrengend vermogen, goede moedereigenschappen en bigvitaliteit. 'Er zijn steeds meer vermeerderaars met vrijloopkraamhokken. Goede moedereigenschappen zijn dan belangrijk.'

Om het transport van de gelten gestructureerder en hygiënischer te laten verlopen, investeerde fokbedrijf Veldhuizen in 2016 in geconditioneerd transport. De oplegger is uitgerust met uv-lampen. Daarmee wordt de binnenkomende buitenlucht gefilterd. Die komt daarna schoon en bacterievrij bij de dieren in de oplegger.

Ook de stallen zijn comfortabel. Bij de fokzeugen zijn nevelkoeling en pad cooling aanwezig. De afdelingen met opfokzeugen hebben allemaal grondkanaalventilatie. Dat draagt volgens de Woudenbergse varkensfokker fors bij aan het betere rendement.

Verbeterde voerconversie

De vleesvarkenshouder is vooral blij met de enorme verbetering van de voerconversie de afgelopen jaren. 'Zagen wij voorheen een groei per dag van zo'n 750 gram, nu gaat dat gemiddeld richting de 1.000 gram. Dus daar zijn qua fokkerij ook grote stappen in gezet. De trend was nog magerder, maar de komende jaren komt er weer iets meer spek op de TN70. De juiste combinatie met een eindbeer zorgt voor de juiste balans tussen spier- en spekdikte.'

Veldhuizen voert tijdens de opfok heel bewust met een computergestuurde droogvoerinstallatie (CDI) aan de lange trog. Al zijn afnemers hebben namelijk ook allemaal droogvoer. Van droogvoer naar brij levert bij dekrijpe gelten geen problemen op, maar van brij naar droogvoer wel.

Meer uniformiteit

Verder zorgt de CDI in combinatie met de lange trog ervoor dat de opfokzeugen gelijktijdig kunnen eten en de koppel daardoor uniformer is. De fokgelten worden overigens beperkt gevoerd, zodat de fokker ze op het juiste gewicht kan afleveren. Veldhuizen: 'Wij voeren de opfokzeugen luzerne bij, dit is goed voor de darmgezondheid, als afleidingsmateriaal en voor het sociaal maken van de fokgelten.'

Door de saneringsregeling in de varkenshouderij zijn er steeds minder varkensbedrijven. Veldhuizen constateert dat daardoor de druk op de mestmarkt afneemt. 'Ik zie dat dit jaar de prijzen per kuub zo'n 3 tot 4 euro lager zijn dan vorig jaar. Dit betekent dat onze kostprijs omlaag gaat.'

Aan de andere kant betekent de krimp van de markt ook dat het voor zijn bedrijf nog belangrijker wordt om tot de betere fokbedrijven te blijven behoren, geeft de Utrechtse fokker aan. 'De concurrentie wordt groter en dan moet je onderscheidend zijn.'