ToppEggs verwerkt pluimveemest tot korrels

Het pluimveebedrijf TopEggs van Pieter Kersten in Overloon bestaat uit een opfokstal, drie legstallen en een eigen voerkeuken. Ruim een maand geleden is daar een nieuwe ketelinstallatie in gebruik genomen. 'Die wordt gestookt met laagwaardig A-hout en snoeihout uit de omgeving, waarvan wij de energie in de vorm van warmte weer gebruiken', legt de ondernemer uit.

'De warmte van de ketelinstallatie wordt op de eerste plaats gebruikt om met een turbine energie op te wekken. Daardoor hoeven wij zelf geen stroom meer in te kopen. Samen met de zonnepanelen op de daken van de stallen wekken wij 2 miljoen kilowattuur energie op. Hiermee kunnen wij negenhonderd gezinnen in onze omgeving voorzien van groene stroom.'

Pluimveemest drogen

De restwarmte van de ketelinstallatie gebruikt Kersten om de stallen te verwarmen en om natte voergrondstoffen te drogen, voor hij die in de voerkeuken verwerkt. Hierdoor hoeft hij geen soja of andere grondstoffen van ver weg te importeren. De rest gebruikt de ondernemer om de pluimveemest op het bedrijf in te drogen.

Erik Lammers van TopEggs legt uit: 'Wij werken met een emissiearm stalsysteem en veroorzaken bijna geen geuroverlast. De pluimveemest wordt hier dagelijks afgedraaid en gaat direct een droogtunnel in. De omzetting van ureum naar ammoniak wordt hierdoor bij de bron aangepakt. Met restwarmte van de ketelinstallatie wordt de mest verder ingedroogd en tot mestkorrels geperst.'

Proeven

Volgens Kersten is er bewust voor gekozen om de mest van het bedrijf niet te verbranden, maar op te werken naar mestkorrels. Hij vertelt dat in het verleden wel proeven zijn gedaan met het verbranden van de kippenmest om te onderzoeken of op die manier gas en energie konden worden onttrekken uit kippenmest.

In 2016 ontving de Brabantse pluimveehouder een Innovatie Prestatie Contract (IPC-bijdrage) om te onderzoeken of het interessant is om op boerderijniveau pluimveemest te verbranden. Met deze IPC-bijdrage is een testinstallatie aangeschaft waarmee de ondernemer samen met andere partijen diverse verbrandingstesten en -metingen uitvoerde.

Strenge emissie-eisen

De conclusie was dat verbranding van mest op bedrijfsniveau potentie heeft, stelt Kersten. Door de strenge emissie-eisen en de agressieve bestanddelen in de rookgassen, is het verbranden van mest op geen enkele manier te vergelijken met het verbranden van resthout.

'Daarom zijn wij in de loop van het proces van gedachten veranderd en hebben wij uiteindelijk gekozen voor de aanschaf van een biomassaketel, die wordt gestookt met laagwaardige lokale houtstromen. Hiermee kunnen wij op bedrijfsniveau energieneutraal werken en voorkomen wij tegelijkertijd dat wij een mooi organisch mestproduct vernietigen', licht de pluimveehouder toe.

Organisch stikstofgehalte

De mestkorrels bevatten een organisch stikstofgehalte van 5 tot 5,2 procent. 'Dat is hoger dan de meeste andere mestkorrels', zegt Lammers. 'Het IPC-idee rond de vraag of het interessant is om op boerderijniveau pluimveemest te verbranden, heeft dus uiteindelijk geleid tot een unieke organische meststof.' Dat wordt in zeecontainers verscheept naar onder andere Frankrijk, Polen en Azië.

Het proces om op zijn eigen bedrijf pluimveemest te gaan verwerken, heeft van idee tot realisatie ruim vijf jaar geduurd. Kersten: 'Tot die tijd was het afvoeren van de pluimveemest voor ons een kostenpost. Omdat ik als ondernemer zelf de touwtjes in handen wil hebben, wilde ik daarvan af.'

Verkorte keten

Door de pluimveemest op het eigen bedrijf te verwerken, wordt een aantal schakels uit de keten gelaten, licht de ondernemer toe. Belangrijkste voordeel van het verkorten van de keten noemt hij de emissiebeperking die dat oplevert. De mest hoeft bijvoorbeeld niet langer te worden opgehaald om elders te worden verwerkt.

'Het is vooral een kwestie van durven te veranderen en durven te schakelen, maar ook om de juiste mensen om je heen te verzamelen. Inmiddels zit in het verwerken van pluimveemest voor ons een verdienmodel.'

Capaciteit

Kersten verwerkt 4.000 ton eigen pluimveemest, maar de installatie heeft een capaciteit van 10.000 ton. 'Jammer genoeg mogen wij nog geen mest van andere pluimveehouders verwerken. Desalniettemin gaan wij door met de missie van ons bedrijf: op een duurzame wijze een bijdrage leveren aan het wereldwijde voedselvraagstuk en een positieve voetafdruk.'