Nieuwe richtlijnen voor beter stalklimaat moderne varkens
De richtlijnen voor de klimaatinstellingen passen niet meer bij de huidige hoogproductieve varkens. Daarnaast houdt een deel van de varkenshouders zich vanwege kans op tocht en daardoor gezondheidsproblemen niet aan de richtlijnen. Hoog tijd voor nieuwe richtlijnen en onderzoek naar hoe het beter kan.
De richtlijnen voor de klimaatinstellingen worden opgesteld door het Klimaatplatform Varkenshouderij. Daar zijn meerdere partijen vanuit de sector bij betrokken, van onafhankelijke klimaatexperts tot leveranciers van klimaatapparatuur en onderzoekers van Wageningen Livestock Research.
Bij het opstellen van de nieuwe richtlijnen is ondersteuning gekregen vanuit de publiek-private samenwerking (PPS) 'Gezonder klimaat voor dier, mens en omgeving'. Na intensieve discussies binnen het klimaatplatform en op basis van praktische onderzoeksgegevens en modelberekeningen, die mogelijk zijn gemaakt door het PPS-project, zijn er nieuwe klimaatrichtlijnen tot stand gekomen.
De oude klimaatrichtlijnen dateren van tien jaar geleden. Door de flinke verbetering van de genetische aanleg en de algehele verbetering van de diergezondheid is de productie van de varkens sinds die tijd flink gestegen. Hun voeropname ligt op een hoger niveau en daarmee ook de warmteproductie. De huidige varkens hebben dus behoefte aan een lagere omgevingstemperatuur. Daar houden de oude klimaatrichtlijnen onvoldoende rekening mee.
Voorverwarmen in de winter en koelen in de zomer vaak nodig
Eisen aan klimaatsysteem
Daarnaast komt het geregeld voor dat de minimumventilatie wordt verlaagd omdat er bijvoorbeeld gezondheidsproblemen zijn door koudeval. Dit komt vaak door een klimaatsysteem dat niet voldoet aan de eisen. Er zijn fouten gemaakt in de afmetingen van de luchtaanvoer, er is sprake van windinvloed, temperatuurvoelers hangen op een verkeerde plaats of er is te weinig (voor)verwarmingscapaciteit aanwezig.
Ook is het in de varkensstallen vaak te warm. Niet alleen in de zomer, maar het hele jaar door. De gespeende biggen, vooral einde opfok, vleesvarkens en ook de zeugen kunnen hun genetische productiepotentieel daardoor niet waarmaken. De biggen en vleesvarkens halen hun groei niet en zeugen kunnen het conditieverlies in de zoogperiode niet voldoende beperken, waardoor de bigvitaliteit en biggenproductie onder druk staat. Het blijft niet alleen bij de bekende herfstdip in het najaar.
Daarnaast stijgt door verlaging van de minimumventilatie het gehalte aan kooldioxide (CO2), ammoniak en vocht boven het gewenste niveau, met meer risico op gezondheidsproblemen.
Basis maximaal 3.000 ppm CO2
De nieuwe klimaatrichtlijnen hebben als basis het gehalte aan CO2 in de lucht op dierhoogte. De norm hiervoor is 3.000 parts per million (ppm), ofwel 0,30 volumeprocent CO2. De minimale ventilatie voor de verschillende diergroepen is dus zodanig dat de maximale concentratie aan CO2 niet wordt overschreden.
Daarnaast is ook de ammoniakconcentratie op dierhoogte van belang. Die norm ligt momenteel op 20 ppm ammoniak. Een te hoge concentratie ammoniak en andere vervuilende componenten, zoals fijnstof, is schadelijk voor de (long)gezondheid van de varkens.
Verder zijn berekeningen doorgevoerd om de warmteproductie van de dieren te bepalen en op basis daarvan de meest gewenste omgevingstemperatuur. Een big produceert nu eenmaal minder warmte dan een vleesvarken of een zeug. En een varken met een hogere groei heeft een hogere voeropname dan een varken met een lagere groei. Vanwege de stijging van de genetische aanleg van de dieren is de warmteproductie van de vleesvarkens en ook de gespeende biggen dan ook gestegen.
Zeugen produceren vooral veel warmte tijdens de zoogperiode. Hoe meer biggen ze zogen, hoe meer melk ze produceren en hoe meer voer ze nodig hebben. Die hogere voeropname resulteert in een hogere warmteproductie, waardoor de zeug behoefte heeft aan een lagere omgevingstemperatuur.
Doel van de nieuwe klimaatrichtlijnen is dat de varkens zoveel mogelijk binnen hun comfortzone blijven. Dat wil zeggen dat het niet te koud of te warm is. De varkens hoeven dan geen extra voer op te nemen om warm te blijven. Dus de voerconversie lijdt er niet onder.
Varkens passen gedrag aan
De dieren hoeven ook geen moeite te doen om te voorkomen dat ze het te warm krijgen. Als de temperatuur in de stal te hoog oploopt, passen ze eerst hun gedrag aan. Ze gaan verder uit elkaar liggen. Als dat niet meer helpt, zoeken ze verkoeling op de roosters. Dat leidt er weer toe dat ze de dichte vloeren gaan bevuilen. En hokbevuiling zorgt voor een hogere uitstoot van onder andere ammoniak.
Als de temperatuur verder oploopt, gaan de varkens hijgen en meer drinken om af te koelen. Lukt het dan nog niet, dan zullen ze hun eigen warmteproductie gaan beperken. Dat kan alleen door minder te eten. Daardoor zal de groei, of bij de zeugen de melkproductie, dalen.
Niet te grote stappen maken
Het opvolgen van de nieuwe klimaatrichtlijnen zorgt voor een optimaal klimaat voor de varkens. Maar het klimaatplatform en de betrokken onderzoekers waarschuwen om niet ineens met grote stappen het klimaat aan te passen. 'Doe het geleidelijk aan en schakel altijd een klimaatdeskundige of de begeleidend dierenarts in', zegt Anita Hoofs, onderzoeker aan Wageningen Livestock Research en secretaris van het Klimaatplatform Varkenshouderij.
Het verhogen van de minimumventilatie moet niet leiden tot tocht. 'Zoek de oorzaak van de tocht op en pas het klimaatsysteem aan. Daarbij zal het in een deel van het jaar nodig zijn om de binnenkomende lucht voor te verwarmen, om bij lage buitentemperaturen te zorgen voor een optimaal klimaat', legt Hoofs uit. 'Daartoe zijn voldoende opties voorhanden. In de zomer is vaak een vorm van koeling nodig om te voorkomen dat het te warm wordt in de stallen.'
Het bereiken van de norm voor ammoniakuitstoot is niet zomaar in iedere stal haalbaar. Zeker bij volledig rooster en volledige onderkeldering kan er te veel ammoniak vanuit de mestopslag vrijkomen. Extra maatregelen om de emissie bij de bron aan te pakken zijn dan gewenst. Zeker omdat 20 ppm ammoniak nog aan de hoge kant is. 10 ppm ammoniak is beter voor de varkens en de mensen die in de stallen moeten werken.
Richtlijnen klimaatinstellingen
In de tabellen staan richtlijnen voor de instellingen van de begintemperatuur en de minimum- en maximumventilatie per dier in varkensstallen. Onderstaande uitgangspunten zijn de basis voor deze richtlijnen. Het kan zijn dat door specifieke bedrijfsomstandigheden andere instellingen noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld tocht bij de varkens te voorkomen. Raadpleeg voor individueel advies altijd een klimaatadviseur of uw begeleidend dierenarts.Uitgangspunten:
• Het klimaat mag geen negatieve invloed hebben op het diergedrag, de gezondheidsstatus, de voeropname en het welzijn van de varkens.
• Het stal- en klimaatsysteem is zo gemaakt dat het ter hoogte van de dieren niet kan tochten.
• De minimale ventilatienormen zijn gebaseerd op een maximale CO2-concentratie van 3.000 ppm (0,30 volumeprocent) gemeten in rusttoestand van de varkens.
• Dichte ligvloeren zijn geïsoleerd en eventueel voorzien van vloerverwarming.
Overige adviezen:
• Hanteer voor de neutrale zoneverwarming 1 tot 2 graden, afhankelijk van het gebruikte verwarmingssysteem.
• Hanteer een vaste P-bandventilatie van 5 graden. Indien mogelijk met een automatische correctie op basis van buitentemperatuur. Bij conditionering van de binnenkomende lucht kan een P-band van 2-4 graden worden aangehouden, afhankelijk van de dagelijkse variatie in temperatuur van de binnenkomende lucht.
• Een ammoniakconcentratie van minder dan 20 ppm, gemeten in rusttoestand van de varkens, is gewenst.
• De geïnstalleerde koelcapaciteit van een koelsysteem bepaalt de instellingen bij hoge buitentemperaturen.
• De berekening van het dimensioneringsplan in verband met de te installeren capaciteit en de grootte van de luchtwasser is niet alleen afhankelijk van de gewenste maximale ventilatiecapaciteit.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Gewichtblok 1450 kg TOP
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Tractor 6120M (ZOB) #31386
Gebruikt, P.O.A.
-
Pottinger Ploeg Servo (SB) #25886
Gebruikt, P.O.A.
-
Case IH PUMA 260 CVX AFS CONNECT
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %