VVD zeer bezorgd over kalversector

De minister schreef eerder in antwoord op Kamervragen van de VVD dat de sector zelf wat aan de crisis kan doen door het langeafstandstransport van kalveren te beperken. Al in 2019, voor de coronacrisis, waren er volgens haar al financiële problemen. Het aantal kalveren dat in Nederland wordt gehouden, is volgens de minister een van de belangrijkste oorzaken van de lage prijzen. Schouten heeft in Europees verband wel meerdere keren gepleit voor acties ter ondersteuning van de kalversector.

Volgens de VVD moeten kalverhouders soms wel een verlies opvangen van 100 tot 110 euro per kalf. Ze hebben te maken met een ingestorte afzetmarkt, minder rondes kalveren en kunnen vaak niet gebruikmaken van de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), die is ingesteld in verband met de coronacrisis. 'Door de coronacrisis is de markt per half maart 2020 ingestort', schrijft de VVD-fractie. 'Als gevolg van de prijsdaling is de handel verstoord geraakt. Volle kalveren moesten langer blijven staan dan gepland of startkalveren zijn noodgedwongen afgemest als rosékalveren.'

Botte reactie

De VVD wil een overzicht van Schouten ontvangen van de marktprijzen voor de verschillende typen kalveren vanaf begin 2019 tot nu. Daarnaast wil de partij van de minister weten of ze de situatie die half maart 2020 begon, kan identificeren als een 'normale marktsituatie'. De VVD vindt 'de botte reactie' van Schouten over de import en financiële problemen niet passend bij haar inzet om ook voor de kalverhouders een noodzakelijke oplossing te vinden met het toegankelijk maken van de coronaregelingen voor kalverhouders. De partij vraagt 'om een toezegging dat de minister zich naast het inzetten voor het zo goed mogelijk toegankelijk maken van de bestaande coronaregelingen voor de landbouw, specifiek oog heeft voor de situatie in en de toegankelijkheid voor de kalverhouderij'.

Als bewijs dat de TVL niet altijd bereikbaar is voor kalverhouders, heeft de VVD een geanonimiseerd verhaal meegestuurd van een zoon van een kalverhouder. 'Concreet betekende corona voor mijn vader en moeder dat zij maar een deel van het tweede koppel startkalveren van 2020 hebben kunnen verkopen', schreef hij aan de VVD-fractie. 'In april hebben ze 250 van de 1.400 startkalveren met een fors verlies moeten verkopen. Het restant (1.150 stuks) hebben ze noodgedwongen af moeten mesten als rosékalveren,omdat er geen vraag was naar startkalveren tijdens de coronacrisis.'

Openstaande vorderingen

Uiteindelijk heeft deze familie deze rosékalveren in de eerste week van oktober geleverd met een verlies van ongeveer 110 euro per stuk. 'Er resteert een fors verlies van ongeveer 150.000 euro, wat mijn ouders niet kunnen dragen. De huisbankier heeft een stukje extra gefinancierd, maar er staat nog een openstaande vordering bij de voerleverancier. Deze kan niet worden betaald. Nu hebben mijn ouders TVL-steun aangevraagd, maar ze voldoen niet aan de regelgeving met betrekking tot omzetdaling in het vierde kwartaal.'

De zoon van de kalverhouders legt uit: ' In een normaal jaar zouden mijn vader en moeder elke 10 à 11 weken een koppel startkalveren hebben geleverd, dus elke 10 à 11 weken omzet hebben gemaakt. Met het noodgedwongen afmesten van startkalveren als rosékalveren als gevolg van de coronacrisis hebben ze in het tweede en derde kwartaal bijna geen omzet gemaakt. Het koppel rosékalveren is nagenoeg geheel geleverd in de eerste week van oktober. Toen is er dus omzet van ruim een half jaar gemaakt. Daardoor is de omzet in het vierde kwartaal niet lager dan in het vierde kwartaal van 2019. Hiermee komen ze dus niet in aanmerking voor TVL-steun.'

Verkopen geen optie

Het verlies kunnen zijn ouders niet volledig dragen. 'Er staat een vordering open bij de voerleverancier die niet betaald kan worden. Op dit moment het bedrijf verkopen is geen optie, want er is niemand die een kalverenmesterij wil kopen. Dus als mijn vader en moeder nu moeten stoppen met hun bedrijf, zullen ze niet schuldenvrij kunnen stoppen.'