Goed ruwvoer blijft basis lage voerkosten

Dat ondernemers dagelijks met voerefficiëntie bezig zijn, weet ook marktmanager Food & Agri Hans de Bie van Alfa Accountants en Adviseurs. 'Waar je snel op kunt sturen, is de samenstelling van het totale rantsoen op basis van signalen uit de melkproductie en de gezondheid van het vee', zegt hij.

'Natuurlijk spelen in de kwaliteit van ruwvoer ook externe factoren zoals weersinvloeden een rol, maar een goede voerefficiëntie begint met goed ruwvoer. Er zijn boeren die er altijd in slagen om een goede graskuil te maken en anderen lukt het zelden.'

Aankoop van voer en eigen voer

Alfa heeft de totale voerkosten van melkveehouders in beeld. Van juli 2019 tot en met juni 2020 waren de kosten voor de aankoop van voer met 10,45 euro per 100 kilo melk 5 cent hoger dan de 10,40 euro in het jaar ervoor. De kosten voor eigen voer waren met 4,79 euro per 100 kilo melk lager dan de 6,05 euro van juli 2018 tot en met juni 2019, blijkt uit 'Cijfers die Spreken' van Alfa.

'Als je kijkt naar de 25 procent beste ondernemers op basis van de laagste proceskosten, dan doen die het de afgelopen vier kwartalen tot en met juni met 9,45 euro per 100 kilo aan aankoop voer zelfs 1 euro beter dan gemiddeld. Wat betreft eigen voer scoren zij 3,41 euro eigen voerkosten. Ook hierin scoren deze bedrijven een stuk beter. Verschil is toch het vakmanschap van de melkveehouder', legt De Bie uit.

Droge zomers

Ondanks de droge zomers heeft Harm de Kleynen, bedrijfsadviseur Dier bij ZLTO, niet het idee dat veel ondernemers een ruwvoertekort hebben. 'De afgelopen zomer kende weliswaar een droge periode, maar de meeste ondernemers wisten toch voldoende gras binnen te halen, eventueel door te beregenen.'

Ondernemers met droogtegevoelige grond die niet beregen, adviseert De Kleynen om te kijken naar alternatieve gewassen. 'Denk aan het diep wortelende luzerne of kruidenrijk grasland met klaver, cichorei, of smalle weegbree. Dat laatste gewas geeft schaduw. Hierdoor wordt de grond minder heet en verbrandt het gras minder snel.'

Mais

Volgens De Kleynen blijkt uit de database OPTICow dat de deelnemers anticiperen op een grastekort door meer mais in het rantsoen te stoppen. 'Dit gewas geeft niet alleen een goede opbrengst, ook is een krapte aan kwaliteitsmais gemakkelijk aan te vullen door aankoop.'

Ook bedrijfsadviseur en Kringloopwijzerspecialist Teun van Oosterhout van ZLTO ziet een toename van mais in rantsoenen. 'Je zet met mais energie tegenover onbestendig eiwit. Dat wordt vervolgens omgezet in darm verteerbaar eiwit', zegt hij.

Voederbieten

'Hiervoor zijn er ook zelf te telen alternatieven, zoals voederbieten, waarvan de suikers iets sneller worden verteerd dan het zetmeel van mais. Dit groeit in populariteit. Een betere verhouding in het ruwvoer kan ook bijdragen aan de vermindering van krachtvoer.'

Verder signaleert De Kleynen dat veel veehouders dit najaar hebben gekozen voor zomerstalvoeren. 'Hiermee wordt het herfstgewas beter benut. Het zorgt niet alleen voor een stukje smakelijkheid, maar ook voor meer energie en eiwit in het rantsoen. Doordat het voer niet wordt opgeslagen, heb je geen conserveringsverliezen. Ook kan een ondernemer toe met minder voeropslag. Wel kost iedere dag voeren tijd en geld. Het moet passen.'

Betere voerefficiëntie

Volgens De Bie past deze manier van het benutten van het najaarsgras bij een betere voerefficiëntie. 'Dit gras met een hoog eiwitgehalte wordt op deze manier optimaal benut, mits het goed in het totale rantsoen wordt ingepast. Dat blijft de basis om een hoge voerefficiëntie te realiseren.'