Voersysteem verstrekt individueel krachtvoer aan melkgeiten

De melkgeiten in de onlangs verlengde serrestal van Peter van der Sar en zijn partner Bianca in Ooltgensplaat, een dorpje op Goeree-Overflakkee, ogen tevreden. Sommige liggen in het stro, andere staan aan het voerhek met de snuit in het ruwvoer en een aantal staat krachtvoer te eten. Dat gebeurt in individuele boxen. Deze staan op de kopse kant van de vier potten.

'Wij zijn het derde bedrijf in Nederland dat dit Combifort-voersysteem heeft. Normaal staan de voerboxen bij elkaar, terwijl ze bij ons gescheiden zijn in units per pot. Kijk', wijst Van der Sar. In de eerste pot staat een rijtje van acht boxen, in de middelste twee potten elk twaalf boxen en in de pot aan de andere buitenkant weer acht boxen. Via een voerketting wordt de brok over de twee tussenliggende voergangen getransporteerd en valt het via een koker in de voerbakjes.

Gecharmeerd

De melkgeitenhouder streek in 1992 neer op Goeree-Overflakkee en hield hier eerst vleesvee en bedreef akkerbouw. Bij de overstap op melkgeiten in 2008 was hij altijd al gecharmeerd van individueel voeren. 'Bij de melkcontrole zie je dat de ene geit 3 liter geeft en de andere 6 liter. Je gaat ervan uit dat ze ongeveer hetzelfde eten, maar het is net als bij mensen: de brutaalste staat altijd vooraan.'

Van der Sar meent dat zo geen optimaal resultaat wordt gehaald. 'Ik denk dat de hoogproductieve dieren meer melk kunnen geven als ze meer krachtvoer krijgen. Met dit systeem kan dat.'

De brok wordt gedoseerd per liter melk. 'Het computersysteem kan dit zelf regelen of je kunt de instellingen zelf aanpassen. Zo kun je spelen met hoeveelheden die worden verstrekt en de portiegrootte.'

Uitproberen

Dat zelf 'draaien aan de knoppen' doet de ondernemer graag, al is het nog wel zoeken. 'Het systeem draait nog maar een maand, we zitten echt in de beginfase. Het opstarten was pittig. De eerste week dreven we de geiten met een team van vijf man naar de voerboxen. Na elf dagen kenden de meeste geiten het en nu gaat het prima. Je kunt precies zien hoe vaak de geiten komen en hoeveel voer ze hebben gehad.'

Van der Sar experimenteert met een groepje hoogproductieve dieren. 'Die mogen best worden beloond. Ik wil zien of ik ze kan triggeren om met meer voer meer te produceren. Ik heb dieren met horens, spikkels of een kleurtje uitgekozen, zodat ik ze in de stal kan volgen', legt de melkgeitenhouder uit.

Portiegrootte veranderen

Zo veranderde de ondernemer onlangs de portiegrootte van een aantal dieren. 'Ze hadden het snel op, dus ik dacht dat ze wel meer konden eten. Maar nu zie ik dat er brok in de voerbakjes blijft liggen, dus het werkt nog niet zoals ik dat wil. Het blijft uitproberen.'

Dat Van der Sar niet vies is van dingen uitproberen, blijkt wel. Hij was al vleesveehouder en akkerbouwer, maar vond dat te weinig uitdagend. Ook de biologische geitenhouderij bleek niet helemaal bij hem te passen. Gangbaar melkgeiten houden ligt hem wel goed, maar dan wel in fysieke groepen. 'Daar is ons bedrijf op ingericht. Er passen ook niet meer dan 200 geiten in de melkstalwachtruimte, dus dan moet je wel in groepen blijven werken.'

Zij-aan-zij 2x30-melkstal

De 675 melkgeiten worden in een zij-aan-zij 2x30-melkstal gemolken. Daar doet de ondernemer per melkbeurt maximaal tweeënhalf uur over. 'We worstelden vorige winter nogal met het kiemgetal. Nu melken we de groep geiten met een hoog celgetal het laatste. Dat loste het probleem op. Hoe het precies kan, weten we niet, maar soms moet je gewoon blij zijn dat iets werkt', lacht hij.

Want met geiten is er altijd wel wat, stelt Van der Sar. 'Ze zeggen dat je drie weken per jaar goed kunt melken. Verder zijn ze of rits of moeten ze aflammeren of er is iets anders aan de hand. Dat klopt wel aardig.'

Gemiddelde dagproductie

De gemiddelde dagproductie is met 3 tot 3,5 kilo melk per geit lager dan normaal, zegt de melkgeitenhouder. 'Geiten zijn gevoelig. De bouw van het nieuwe stuk stal heeft daar zeker invloed op gehad. Ik denk dat het wel 25 procent productie heeft gescheeld.'

Afgelopen zomer lag het voerverbruik nog in 65 tot 70 eenheden krachtvoer per 100 kilo meetmelk, nu is dat ongeveer 50 eenheden. 'Dat komt natuurlijk omdat we nog in de gewenningsfase zitten. Toch denk ik dat we per jaar gemiddeld 15 eenheden per 100 kilo melk kunnen besparen op krachtvoer. Het scheelt ook dat er geen voer verloren gaat. Die kostenbesparing is mooi, maar ik denk dat de meeste winst van dit voersysteem te halen is in de hogere productie. We weten het over twee jaar, maar voor nu ben ik enthousiast', besluit Van der Sar.