Vogelgriep vastgesteld bij wilde zwanen in Kockengen

Minister Carola Schouten van LNV heeft de deskundigengroep dierziekten gevraagd deze bevinding te beoordelen. Zij brengen in kaart wat het risico is voor een pluimveebedrijf om besmet te raken met hoogpathogene vogelgriep. Schouten zal daarna bepalen of vervolgstappen nodig zijn. En zo ja: welke.

De European Food Safety Authority riep landen begin oktober al op waakzaam te zijn voor de vogelgriep. Die waarschuwing volgt op uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) afgelopen maanden onder wilde en gedomesticeerde vogels in het westen van Rusland en Kazachstan.

De European Food Safety Authority noemde Noord- en Oost-Europa waarschijnlijk het meest kwetsbaar voor nieuwe uitbraken. Toen hoogpathogene vogelgriep in hetzelfde gebied werd vastgesteld in de zomers van 2005 en 2016 volgden epidemieën in Noord- en Oost-Europa.

Risicoanalyse

Wageningen Bioveterinary Research bracht in oktober een risicoanalyse uit. Daarin werd het risico op introductie van H5N8 niet erg groot geacht. Kazachstan en Rusland grenzen niet aan de broedgebieden van wilde trekvogels in Siberië. En in de broedgebieden werd bij de start van de najaarstrek geen vogelgriepvirus vastgesteld.

Op basis hiervan schatten de onderzoekers de kans op introductie van het hoogpathogene vogelgriepvirus op 5 tot 15 procent. Avined riep alsnog op om alert te blijven. De vogelgriepsituatie kan snel veranderen, luidde de reactie van de organisatie.