Raad van State akkoord met extern salderen Moerdijk

In april werd bekend dat de provincie Noord-Brabant zes veehouderijen een overeenkomst heeft gesloten over de overname van de stikstofruimte. Van deze bedrijven liggen er twee in Noord-Brabant en vier in Noord-Holland, Zeeland en Drenthe. De transactie deed veel stof opwaaien.

Ondanks het verwijt van ‘cowboygedrag’ zette Noord-Brabant de overnames door. En met succes want met het groene licht van de Raad van State kan de provincie na jaren van touwtrekken eindelijk beginnen met de ontwikkeling van het Logistiek Park Moerdijk.

De Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk (SBBM) en Vereniging Milieuwerkgroep Moerdijk (VMM) dienden bezwaren in tegen de wijze waarop Brabant saldeert met boerenbedrijven in andere provincies. Ook achten SBBM en VMM de afroming met 30 procent van de stikstofruimte, de geldende regel bij extern salderen, onvoldoende om de stikstofuitstoot van het nieuwe industrieterrein te compenseren.

De Raad van State ging niet mee in de bezwaren. Volgens de uitspraak is de aankoop van stikstofruimte elders in het land een geschikte manier om de aanleg van het industrieterrein te compenseren. De toezegging van de provincie Noord-Brabant dat ook andere natuurherstelmaatregelen worden getroffen draagt bij aan dat oordeel.

Latente ruimte

Uit de uitspraak blijkt ook dat de Raad van State geen moeite heeft met extern salderen met latente ruimte in vergunningen. SBBM en VMM stelden dat de provincie Noord-Brabant geen onderzoek heeft gedaan of de stallen bij de bedrijven waarmee gesaldeerd wordt wel gebruikt werden. Volgens de bezwaarmakers zou het in dat geval alleen om papieren stikstofwinst gaan.

Het gaat bij een veebezetting om een momentopname en deze kan en mag elk moment binnen de vergunde mogelijkheden worden benut. Daarom hoeft er volgens de Raad van State geen rekening worden gehouden met de feitelijke situatie op het moment van overname.