Zilte landbouw beproefd bij Groningse kust

Projectleider en biologisch akkerbouwer Gert Noordhoff is namens provincie Groningen verantwoordelijk voor de invulling van het agrarische gedeelte, zo'n 7 hectare van in totaal 28 hectare. Samen met Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool, Terracollege en Van Hall/Larenstein, boeren, loonwerkers en zaadfirma's pakt hij dit op.

Volgens Noordhoff is de tijd voorbij dat we de kop in het zand kunnen steken als het gaat om zilte landbouw. 'We moeten anticiperen op meer verzilting in de toekomst. De bodemdaling gaat door, de aanvoer van zoetwater wordt steeds moeilijker.'

Schrale grond

Het is daarom volgens Noordhoff van belang om te weten hoe pootgoed reageert op de schrale grond. 'Noord-Nederland is enorm belangrijk voor de pootgoedteelt. Wanneer wij zilte aardappelen kunnen exporteren dan hebben we een streepje voor.'

Pootgoedteler Cato Gaaikema uit Houwerzijl is eveneens betrokken bij het project. 'Verzilting speelt hier bij ons op percelen in Houwerzijl ook. Ik dacht eerst dat het door de droogte kwam. Nog niet heel lang geleden zijn hier peilbuizen geplaatst en het zoutgehalte is heel hoog. Daar moeten we wat mee.'

Geen natuur

Gaaikema en zijn zoon waren recent de enige bezoekers op de open dag voor pioniers van de provincie. 'Als er geen interesse vanuit de landbouw was om te experimenteren, zou het allemaal natuur worden. Dat wilde ik voorkomen.'

Hij vindt het bovendien heel belangrijk om kennis over verzilting en zilte teelt op te doen. 'Wij weten nog veel te weinig wat er in de bodem gebeurt. Als we hierover geen kennis vergaren, dan verliezen we de strijd tegen verzilting.'

Bladramanas, gele mosterd en Japanse haver

De groenbemesters - twee rassen bladramanas, gele mosterd en Japanse haver - zijn woensdagmiddag in stroken gezaaid, vertelt Geert Elzes van Vandinter Semo in Scheemda. Het bedrijf leverde de zaden. 'Van de grond is een koplaag van 70 centimeter afgegraven om de dijk te maken. Dat vraagt om extra aandacht voor de bodem.'

De grond heeft een hoge EC-waarde (zout), blijkt uit bodemmonsters. 'Met de groenbemesters willen we het bodemleven een boost geven. Er moet meer organische stof in de bodem terechtkomen. In april worden de poters gepoot', geeft Elzes aan.