Averis boekt resultaten met DNA-merkers in aardappelen
Kweekbedrijf Averis Seeds in het Drentse Valthermond past al meerdere jaren moderne DNA-analysetechnieken toe om de gewenste eigenschappen met traditioneel kweekwerk in nieuwe zetmeelaardappelrassen te krijgen. Elk jaar een nieuw ras moet gemiddeld kunnen. Volgend jaar komen de eerste rassen voor de praktijk beschikbaar.
Dankzij de toepassing van DNA-merkers weet Averis beter welke resistenties in nieuwe zaailingen aanwezig zijn. 'Met DNA-merkers kunnen we sneller invulling geven aan de wensen uit de markt. Denk aan resistentie tegen aardappelmoeheid, wratziekte en phytophthora', zegt Johan Hopman, manager Breeding and Research bij Averis.
Avenger en Avamond behoren tot de nieuwe zetmeelaardappelrassen die met merkerselectie tot stand zijn gekomen. Ze groeien nu bij zes boeren om ze uit te proberen op een grotere oppervlakte en om te kijken hoe ze het doen in de schuurbewaring. In 2021 is er pootgoed van deze rassen beschikbaar.
Opvolger van Avito
'Avenger is een phythophthoraresistent ras van de eerste generatie. We werken aan nog betere en duurzamere resistenties', zegt Hopman. Avenger is de opvolger van het phytophthoraresistente ras Avito. 'Qua phytophthoraresistenties zijn de twee rassen gelijk aan elkaar. Avito had al goede zetmeelopbrengst. Bij Avenger is deze nog 10 procent hoger en is de resistentie tegen wratziekte compleet.'
Vooral bij resistenties functioneren DNA-merkers goed
Naast Avenger komt het ras Avamond volgend jaar beschikbaar. 'Avamond is goed resistent tegen aardappelmoeheid en wratziekte. Het ras heeft een goede opbrengst en wordt naar verwachting een allrounder. Waarschijnlijk is het geen superbewaarder en is het vooral geschikt voor het eerste deel van de hoofdcampagne. Rassen met een betere bewaarbaarheid zitten nog in de pijplijn', zegt de Averis-manager.
Resistenties
Het werken met DNA-merkers functioneert vooral goed bij resistenties, zoals aardappelmoeheid, wratziekte en phytophthora.
'Die drie resistenties vormen de minimale eisen waaraan elk nieuw zetmeelaardappelras moet voldoen, want dat soort rassen hebben we de komende jaren nodig. Duurzame phytophthoraresistentie is een belangrijk onderdeel van ons kweekprogramma en helpt om de inzet van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen.'
Gelijk vaststellen
Vroeger wist Averis pas na een jaar of drie of de resistentie bij zaailingen aanwezig is. Dankzij de DNA-merkertoetsen is gelijk vast te stellen hoe de zaailingen genetisch in elkaar zitten.
'In 95 procent van de gevallen weten we bij potentiële rassen welke resistenties aanwezig zijn. Dat maakt de scoringskans bij het kweekwerk groter. Dankzij de DNA-merkers hebben we meer potentiële rassen in het veld staan. In het laboratorium passen we uiteindelijk nog een vatbaarheidstoets toe om het exacte resistentieniveau te bepalen.'
Meerdere resistenties
De wens om meerdere resistenties in een nieuw ras te combineren, maakt het kweekwerk lastiger, ook met de inzet van DNA-merkers.
'Bij twee resistenties in plaats van één resistentie wordt het ruwweg vier keer zo lastig. Bij drie resistenties wordt het snel acht keer zo lastig. Als je naast resistentie tegen aardappelmoeheid, wratziekte en phytophthora nog een virusresistentie wilt inbouwen, wordt het bij benadering zestien keer lastiger', legt Hopman uit.
Opbrengst
Met DNA-merkertoetsen is de opbrengst aan aardappelzetmeel en/of eiwit niet vast te stellen. 'De opbrengst van een ras is een samenspel van honderden genen. Veel factoren bepalen de opbrengst. De merkertechniek is daarvoor minder geschikt. Je kunt voor een goede opbrengst wel geschikte ouders kiezen om te kruisen, de eigenschappen op de proefvelden vaststellen en daarna selecteren.'
Eigenschappen als bewaarbaarheid en droogteresistentie zijn met DNA-merkers ook niet vast te stellen. Beide eigenschappen worden beïnvloed door meerdere aspecten. Hopman vraagt zich af of het wel een verstandige oplossing is om het droogteprobleem via veredeling op te lossen.
'Het is via veredeling maar weinig beïnvloedbaar. Met beregenen is het probleem technisch op te lossen. In het algemeen werkt Averis aan robuuste rassen die door de jaren heen en onder wisselende omstandigheden makkelijk en zeker een goede opbrengst kunnen geven. Bij voorkeur met een lagere stikstofbehoefte, omdat stikstof uit kunstmest een belangrijke factor is in de CO2-voetafdruk van de aardappelteelt.'
Wilde aardappelsoorten
Averis kweekt zelf ouderrassen om de inbreng van bepaalde eigenschappen in commerciële rassen mogelijk te maken. Het kweekbedrijf maakt ook gebruik van wilde aardappelsoorten.
'Dat is nodig als je bijvoorbeeld kijkt naar de nieuwe populaties aardappelmoeheid. Die problematiek kunnen we niet oplossen met het huidige pakket aan rassen. Ook bij phytophthora maken we gebruik van wilde rassen, anders hadden we het probleem nu niet gehad', zegt Hopman.
Kruising maken
Het kweken begint met het maken van een kruising. De aardappelen in de kruisingskas groeien op een steen, die boven op een bloempot ligt. Medewerkers snijden de stolonen steeds weg. 'De plant heeft zo meer energie voor de productie van zaad', legt Hopman uit.
In een naastgelegen kas groeien de zaailingen. 'Per veld zijn het allemaal broertjes en zusjes. Ze lijken op elkaar, maar verschillen wel qua eigenschappen.' Elke zaailing kan in principe na tien jaar een nieuw zetmeelaardappelras opleveren.
Nieuw ras met hoge resistenties duurt tien jaar
Het kweekbedrijf Averis Seeds ligt in Valthermond, in het zuidoosten van de provincie Drenthe. Het bedrijf is een 100 procent dochteronderneming van Avebe. Het doel van het bedrijf is om hoogproductieve aardappelzetmeelrassen te produceren met hoge resistenties. Averis maakt sinds tien jaar gebruik van DNA-merkers. De zaailingen worden jaarlijks op velden uitgepoot om te beoordelen en te vermeerderen. Na een jaar of zes blijven er raswaardige klonen over. Samen met het creëren van voldoende pootgoed duurt het in totaal een jaar of tien voor er een nieuw ras op de markt komt. Daarom zijn nu de eerste rassen beschikbaar die met DNA-merkers tot stand zijn gekomen. Het kweekbedrijf heeft de beschikking over 70 hectare dalgrond, waarvan een gedeelte in gebruik is voor het kweekprogramma. Daarnaast worden er suikerbieten en graan (gerst) geteeld. Bij het bedrijf werken zo'n twintig mensen.Bekijk meer over:
Lees ook
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Tractor, compact 1026R (WD) #27423
Gebruikt, P.O.A.
-
New Holland T6.155 AutoCommand
2022, P.O.A.
-
Case IH CS 110
2002, P.O.A.
-
Massey Ferguson 8S.225 Dyna E-Power Exclusive
2022, € 140.000