Mestoverschot neemt fors af, stikstoftekort dreigt

Het mestoverschot bedroeg vorig jaar nog 30 miljoen kilo fosfaat, in 2025 is dat 20 tot 25 miljoen kilo fosfaat. Daarna neemt het teveel licht toe met enkele miljoenen kilo's fosfaat in 2030, stelt het NCM. Het fosfaatoverschot neemt vervolgens flink af, het verdwijnt nog niet. Dat concludeert het centrum in een analyse.

Daarbij is gekeken naar het te verwachten effect van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen en de Structurele aanpak stikstofproblematiek op de mestmarkt. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van de nationale balans voor fosfaat en stikstof uit dierlijke mest in 2025 en 2030.

Subsidieregeling sanering varkenshouderij

Zo is op basis van Subsidieregeling sanering varkenshouderij rekening gehouden met een krimp van 5 procent van de varkensstapel. Ook is rekening gehouden met de gerichte opkoop van piekbelasters rond Natura 2000-gebieden en een vrijwillige landelijke beëindigingsregeling.

Omdat de situatie voor 2025 en 2030 niet precies te bepalen is, wordt gewerkt met een minimale en een maximale inschatting. Naar verwachting is er in 2025 en 2030 in ons land een productie tussen de 154 miljoen en 157 miljoen kilo fosfaat. In 2019 was dit nog 169 miljoen kilo.

Het totaal aan gebruik van fosfaat ligt in 2025 naar verwachting tussen de 132 en 135 miljoen kilo fosfaat en in 2030 tussen de 130 en 133 miljoen kilo fosfaat. Dat was in 2019 nog 139 miljoen kilo fosfaat.

Minder verliezen

Ook bij stikstof leidt een krimp van de veestapel tot minder stikstofproductie. Hierbij speelt wel dat de stikstofverliezen verminderen door ammoniakreducerende stalsystemen, wat leidt tot hogere gehalten in mest. Dit zou, op basis van aannames, kunnen leiden tot ongeveer 3 miljoen kilo stikstof in 2025 en 8 miljoen kilo stikstof in 2030.

Toch wordt verwacht dat de totale productie aan dierlijke mest in 2025 tussen de 386 miljoen en de 395 miljoen kilo stikstof bedraagt. Voor 2030 ligt dit tussen de 387 en 400 miljoen kilo stikstof. Daarmee komt de aanvoer voor 2025 in de buurt van het gebruik in ons land. Voor 2030 wordt weer een licht overschot verwacht.