Pluimveehouders gericht aan de slag met fijnstof

De overheid helpt de sector daarbij met een investeringssubsidie van 14,5 miljoen euro. De pluimveehouderij zet samen met de overheid zo in op het terugdringen van de achtergronddepositie in de pakweg vijftig gemeenten waar de meeste pluimveehouders zijn gevestigd.

Zo krijgen pluimveehouders in dit zogenaamde 'pluimveedichtgebied' via een investeringsmodule voorrang bij subsidieverstrekking. De overheid opent binnenkort de regeling, waarmee in twee tranches 14,5 miljoen euro beschikbaar komt voor investeringen in emissie reducerende technieken.

Maatwerk

Daarbij wil dit plan maatwerk bieden voor pluimveehouders in de Nederlandse gemeenten waar de WHO-norm voor fijnstof wordt overschreden. Volgens cijfers van het RIVM gaat het om 22 gemeenten, waarvan negen met fijnstofemissie vanuit de pluimveehouderij.

In deze negen gemeenten bevinden zich 235 pluimveehouders, samen goed voor 10 tot 15 procent van de nationale pluimveestapel. Daarnaast zijn er lokaal binnen enkele andere gemeenten locaties waar de WHO-norm niet wordt gehaald.

Bronoplossingen

De opgave voor het behalen van de WHO-norm is werkbaar, nu blijkt dat het aandeel van de pluimveehouderij in de overschrijdingen op gemeenteniveau varieert tussen 3 en 12 procent. Ook helpt het dat de lijst van erkende, haalbare en betaalbare technieken recent is uitgebreid.

Naar verwachting zullen de komende periode nog meer technieken beschikbaar komen. De sector pleit daarbij vooral voor integraal getoetste bronoplossingen, waardoor het stalklimaat verbetert. Dat is gunstig voor mens, dier, omgeving en het bedrijfsresultaat.