Opkomst suikerbieten volgen met IRS-applicatie

De eerste tekenen van een nieuw groeiseizoen worden zichtbaar door het bovenkomen van jonge kiemplantjes. Met name op de lichtere gronden waar vanaf half maart is begonnen met zaaien komen de bieten tevoorschijn.

Vanaf dat moment is het nuttig om de opkomst te volgen om bij eventuele achterblijvende planten of groei tijdig te kunnen schakelen. Dit kan door het uitzetten van telstroken en de opkomstdatum te bepalen met een IRS-applicatie.

Opkomstdatum

Gemiddeld staat 50 procent van de planten boven na 90 graaddagen. De IRS-opkomstapplicatie berekent op basis van de temperatuursom en de ingevoerde zaaidatum wanneer dit moment wordt bereikt voor iedere IRS-regio.

Tevens kan ook de verwachtte groeipuntsdatum hier worden berekend. De temperatuursom is de som van de gemiddelde etmaaltemperatuur min 3 graden Celsius, omdat een biet bij lagere temperaturen dan 3 graden Celsius niet groeit.

Het werkelijke moment dat 50 procent van de planten boven staat verschilt uiteraard per perceel en is afhankelijk van onder andere de zaaidiepte, hoeveelheid vocht, structuur en grondsoort.

Telstroken

Om de opkomst te monitoren, is het uitzetten van telstroken een effectieve methode. Het tellen van het aantal opgekomen planten per hectare kunnen telers doen door op verschillende plaatsen op het perceel telstroken van 10 meter uit te zetten en het gemiddeld aantal planten per tien meter te vermenigvuldigen met 2.000.

Door dit nauwkeurig en herhaaldelijk te doen wordt de betrouwbaarheid van het berekende plantaantal en van het verloop van de opkomst groter.