WOZ-taxateur adviseert goed te kijken naar ozb-aanslag
Boeren en tuinders kunnen er baat bij hebben om de taxatie van hun onroerend goed nauwkeurig te bestuderen. De gemeente laat soms een steek vallen en dat kan ondernemers geld kosten, zeggen WOZ-taxateur Johan Vernooij en Hans Koehorst van LTO Nederland.
Het is een belastingaanslag die traditioneel veel beroering veroorzaakt onder boeren en burgers: de gemeentelijke belastingen. Eind februari valt het aanslagbiljet in de brievenbus. Doorgaans moet deze aanslag voor 1 mei worden betaald.
Toch is het goed om de taxatie die aan de belastingnota ten grondslag ligt, niet klakkeloos te accepteren, luidt het advies van Johan Vernooij, WOZ-taxateur en melkveehouder in het Utrechtse Werkhoven.
Getaxeerde waarde
Basis voor de hoogte van de gemeentelijk belastingen vormt, in het geval van boeren en tuinders, de getaxeerde waarde van de woning plus de bijbehorende bedrijfsgebouwen. Die taxatiewaarde bepaalt vervolgens hoeveel een inwoner kwijt is aan gemeentelijke belastingen, denk aan onroerendezaakbelasting (ozb) en waterschapsbelastingen (watersysteemheffing eigenaren).
Kaart de hoogte van de tarieven tijdig aan bij partijen, voorafgaand aan het debat over de begrotingsbehandeling
Hoe hoger de taxatiewaarde, hoe hoger de aanslag. Een succesvol bezwaar leidt dus tot een lagere lasten.
Woningen versus niet-woningen
Gemeenten maken bij deze belastingen onderscheid tussen woningen en niet-woningen, oftewel boerderijen c.q. bedrijven. Voor woningen liggen de tarieven doorgaans veel lager dan voor niet-woningen.
Een voorbeeld. Een bezitter van een woning in de gemeente Westland met een waarde van 500.000 euro betaalt daarover 0,1008 procent onroerendezaakbelasting: 504 euro. Voor niet-woningen hanteert dezelfde gemeente een tarief van 0,2448 procent: 1.224 euro. Bovendien betalen ondernemers over hun bedrijfsgebouwen nog een 'tarief gebruiker niet-woning' van in het geval van de gemeente Westland 0,1843 procent.
Veel meer betalen
Bij onroerend goed van vergelijkbare waarde betalen agrarische ondernemers dus veel meer. Dat verschil is tot op zekere hoogte te billijken: ondernemers kunnen de gemeentelijke belastingen immers aftrekken van de belasting (maximaal 49,5 procent).
'Een factor twee is nog redelijk fair, maar in de praktijk zien we verschillen tot een factor vijf of meer', zegt Hans Koehorst, specialist economisch, sociaal en fiscaal beleid bij LTO Nederland. 'Dat is niet meer uit te leggen.'
Scheefgroei
Koehorst constateert dat de verschillen tussen burgers en ondernemers eerder groter dan kleiner worden. LTO Nederland kaart die scheefgroei regelmatig aan bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 'Feit is dat gemeenten een grote autonomie hebben bij het vaststellen van de tarieven. Ze moeten zich wel houden aan bepaalde bandbreedtes, maar die zijn heel ruim.'
Bovendien zijn er veel meer huizenbezitters dan ondernemers in Nederland. Daarmee is het electoraal aantrekkelijker om huizenbezitters te ontzien dan ondernemers.
Het is de gemeenteraad die de tarieven vaststelt. Volgens Koehorst ligt hier een taak voor lokale LTO-afdelingen. 'Kaart de hoogte van de tarieven tijdig aan bij partijen, voorafgaand aan het debat over de begrotingsbehandeling. Dan kun je nog invloed uitoefenen. Ligt de aanslag eenmaal in de bus, dan ben je te laat.'
Grootste stijging in zeven jaar
Voor gemeenten is de onroerendezaakbelasting een belangrijke bron van inkomsten. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nemen de opbrengsten dit jaar toe met 4,7 procent tot 4,3 miljard euro. Dat is de grootste stijging in zeven jaar. De hogere opbrengst is een gevolg van de stijgende waarde van onroerend goed, een toenemend aantal woningen en stijgende tarieven van gemeenten.
Bij een taxatie tellen inhoud, oppervlak en bouwjaar van woning en gebouwen mee. Ook het bouwmateriaal, zoals beton, hout, metaal en steen, is relevant. 'Kijk goed of de omschrijving van het taxatierapport klopt', adviseert Vernooij. 'Soms staan er gebouwen op die al lang gesloopt zijn. Soms kloppen oppervlaktes niet.'
Taxatiewijzer
Gemeenten baseren hun taxaties op de taxatiewijzer voor agrarische gebouwen. Ook dit jaar melden zich leden bij LTO met klachten over de taxatie waarbij boeren en tuinders grote stijgingen in de waarde van het onroerend goed melden; soms met meer dan 40 procent ten opzichte van vorig jaar.
In die taxatiewijzer ontdekte de WOZ-taxateur een fout: de taxatiewijzer raamt de bouwkosten van een serrestal voor melkvee op 200 euro per vierkante meter, terwijl die volgens cijfers van Kwantitatieve Informatie Veehouderij (KWIN) op 100 euro liggen. Dat leidt volgens Vernooij tot een te hoge aanslag.
300.000 euro
'Een serrestal voor 120 koeien meet al snel 3.000 vierkante meter. Dan praat je over een verschil in taxatie van 300.000 euro.' Nederland telt tientallen van dergelijke stallen.
Een andere veelgemaakte fout in taxatierapporten: bij paardenbedrijven is het weiland rondom de stal vrijgesteld. Maar het komt regelmatig voor dat het oppervlak grasland wel wordt meegenomen in de taxatie. Ook dat leidt tot te hoge aanslagen. De termijn voor het maken van een bezwaar is zes weken vanaf de dagtekening van de WOZ-beschikking.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Ford Tractor 4000 (MD) #30997
Gebruikt, P.O.A.
-
Frontgewicht, staal - beton gewicht , 600, 800 ,1100 kilogram
Gebruikt, € 750
-
Case IH VESTRUM 110 CVX
Gebruikt, P.O.A.
-
Claas Volto 1050 T
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Programmaleider Landbouw (stikstof en water) 32 uur
Natuur & Milieu - Utrecht
Marketing Medewerker
Kverneland Group Nieuw-Vennep - Nieuw Vennep, Haarlemmermeer
Proefveldmedewerk(st)er
Corteva agrisciences - NL
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Weer
-
Woensdag10° / 8°10 %
-
Donderdag10° / 8°10 %
-
Vrijdag9° / 7°10 %