Groene toelating vraagt apart traject

Bij de toelating van nieuwe middelen komen bij chemische en biologische middelen de vragen in het dossier overeen. Door microben te behandelen als chemische stoffen, krijgen de toelatingshouders vragen over het smeltpunt van het biologische middel. Bij een chemische stof is dit relevant, maar het smeltpunt van een bacterie is dat niet.

Bij biologische gewasbescherming kun je denken aan insecten als natuurlijke vijanden, microben die schimmels of insecten onschadelijk maken, plantaardige extracten, feromonen en andere middelen van natuurlijke oorsprong.

Criteria

De natuur kan ook sterke gifstoffen maken, maar als er daarvan geen sprake is, roepen deskundigen op het gebied van biologische bestrijdingsmiddelen op om de criteria beter aan te laten sluiten bij de middelen. Door vooraf te beoordelen of er een hoog of laag risico te verwachten is, kunnen middelen sneller en goedkoper via een apart traject op de markt komen.

Omdat de niet-synthetische gewasbescherming selectiever is, is de toepassing minder breed en moeten meer, sterk op bepaalde ziekten en plagen gerichte toepassingen worden ontwikkeld. Door het toelatingstraject eenvoudiger, laagdrempeliger en goedkoper te maken, daar waar mogelijk, wordt het makkelijker om meer middelen voor de praktijk beschikbaar te krijgen.

Sterke politieke wil

In de Verenigde Staten is een apart traject ingesteld voor de toelating van middelen voor een groene gewasbescherming. Dat verkort de toelatingsprocedure. In Brazilië bestond een sterke politieke wil om meer groene middelen op de markt te krijgen. Het achterliggende belang is de internationale handel in landbouwproducten en dus de eigen concurrentiepositie.

Brazilië keek daarom naar de toelatingsmethode in de Verenigde Staten en nam die methode van toelating met snelle regelgeving in korte tijd over. Terwijl in de Europese Unie maar een handjevol niet-chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen op de markt heeft toegelaten, staat de teller in Brazilië al op vierhonderd groene gewasbeschermingsmiddelen.

Experimenteerruimte

Het klinkt dus zeker interessant om een extra spoor voor vergroening van de gewasbescherming op te tuigen. Omdat de dan te gebruiken middelen minder absoluut in hun werking zijn dan chemie en vaak worden gecombineerd in een weerbaarder landbouwsysteem, is het scheppen van experimenteerruimte binnen en buiten de bestaande proefbedrijven aan te bevelen.

De kosten gaan bovendien voor de baten uit. Er zijn geld en tijd voor nodig. Die extra experimenteerruimte en een kort traject voor de toepassing van groene gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico kunnen de weg effenen naar een andere manier van telen, een andere manier van denken over ziekten en plagen, een biologische aanpak en vooral groei naar een weerbare landbouw.