Toelating biomiddel is te stug en te duur

'Te stug, te duur en te tijdrovend.' Dat is het niets aan de verbeelding overlatende oordeel van een onderzoek naar EU-regelgeving voor de toelating van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen. 'De regels gaan veel te ver', zegt onderzoeker Jürgen Köhl.

Toelating+biomiddel+is+te+stug+en+te+duur
© Koppert Biological Systems

Jürgen Köhl, senior onderzoeker Fytopathologie bij Wageningen University & Research (WUR), boog zich met Kees Booij (WUR, ecoloog), Rogier Kolnaar (Linge Agroconsultancy) en Willem Ravensberg (Koppert Biological Systems) over de toelatingsregels van biologische gewasbeschermingsmiddelen.

De inspiratie kwam uit het project Green Deal, een initiatief van het ministerie van Economische Zaken, LTO Nederland, College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, IBMA/Artemis, Nefyto, Bionext en Natuur & Milieu. Doel: het versnellen van de verduurzaming van gewasbescherming in land- en tuinbouw, door de toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen. Daarin is nog een lange weg te gaan. Het aandeel biologisch binnen gewasbeschermingsmiddelen blijft steken op 5 procent, tegenover 95 procent chemisch.

Wetenschappelijke benadering

'Uit gesprekken bleek dat het bedrijfsleven problemen ondervond bij de ontwikkeling en het op de markt brengen van biologische middelen, omdat alle microbiële oplossingen een toelating nodig hebben. Van daaruit rees de vraag: hoe ziet die regelgeving eruit en wat kunnen wij als wetenschappers zeggen over die regels?', belicht Köhl de insteek van het onderzoek.

Het duurt vijf jaar voor microbiële middelen worden toegelaten

Jürgen Köhl, senior onderzoeker Fytopathologie van WUR

Wat vooral opviel, was dat nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen die werken op basis van nuttige micro-organismen in de toelatingsprocedures altijd worden behandeld als potentieel risicovol. Dit gebeurt vanuit de achterliggende gedachte dat ze niet alleen toxische stoffen kunnen produceren, maar ook het gevaar bestaat van snelle vermenigvuldiging en genetische aanpassing. Zozeer zelfs, dat deze micro-organismen dominant zouden kunnen worden en ten koste zouden kunnen gaan van andere (goede) organismen.

Tekst gaat verder onder kader.

'Wij willen meedenken, maar moeten voor zorgvuldig gaan'
'We hebben te maken met Europese regelgeving en het toelaten van biologische middelen is lastig', erkent woordvoerder Hans van Boven van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). 'Maar hoe dan ook moeten we stoffen die we willen toelaten beoordelen op veiligheid. Dat geldt net zo voor biologische middelen, waarvan ook onveilige voorbeelden bekend zijn. Wil je dat afdekken, dan voorziet Europese regelgeving erin dat je een dossier moet maken dat aantoont dat het product veilig is. Daar kunnen we gewoon niet omheen', zegt Van Boven. 'Aan de andere kant willen ook wij graag dat er meer biologische middelen op de markt komen. Maar dat zal binnen Europese kaders moeten, met richtlijnen die voorschrijven hoe je de vereisten zodanig kunt invullen dat je sneller met groene middelen uit de voeten kunt. Daarbij moet de veiligheid voor mens, dier en milieu gewaarborgd blijven. Europa realiseert zich dat. Maar met 28 landen de regelgeving aanpassen, gaat niet snel. Daarvoor is tijd nodig. Intussen moeten wij voor zorgvuldig gaan.' Het Ctgb heeft 16 laagrisicomiddelen en 28 middelen op basis van een laagrisicostof toegelaten. In heel Europa werden de laatste twee jaar 91 aanvragen daarvoor ingediend.

Verkeerd uitgangspunt

Een verkeerd uitgangspunt, stelt Köhl. 'Potentiële pathogenen van mens en dier, producenten van mycotoxinen et cetera, worden niet toegepast in de biologische bestrijding. Dit soort risico's moeten bij de toelating wel worden beoordeeld. Maar de huidige beoordeling gaat veel verder.'

De onderzoekers hekelen in het rapport niet alleen de ontelbare details die daardoor moeten worden onderzocht, met name de biologische eigenschappen van de actieve organismen, maar ook het voorbijgaan aan de zelfredzaamheid van de natuur.

'Schommelingen en verschuivingen in het aantal organismen zijn normaal in elk ecosysteem, en de biologische veerkracht van ecosystemen beperkt de buitensporige toename van afzonderlijke organismen, zoals microbiële biologische gewasbeschermingsmiddelen', staat in het rapport.

Natuur regelt het zelf wel

'Met een dergelijke achtergrond van breed geaccepteerde microbiologische kennis, kan de on-site productie van secundaire metabolieten door microbiële biologische gewasbeschermingsmiddelen in het milieu worden beschouwd als niet relevant voor toxicologische en ecotoxicologische risicobeoordelingen.' Eenvoudiger gezegd: de natuur regelt het zelf wel. Dit verklaart ook waarom het moeilijk is om biologische bestrijdingsmiddelen te vinden en ontwikkelen die lang genoeg in stand blijven om effectief te zijn.

'Die regelgeving gaat veel te ver', concludeert Köhl. 'Daarom duurt het vaak vijf jaar of langer voor die microbiële middelen worden toegelaten. Of ze komen helemaal niet op de markt, zodat boeren steeds lastiger en vertraagd de omslag kunnen maken richting een duurzame teelt.'

Dat weet en ziet de EU volgens Köhl ook. 'Er is een werkgroep bezig om de regelgeving te verbeteren. Wij proberen die werkgroep met dit rapport een beetje te voeden met wetenschappelijk onderbouwde informatie.'
De onderzoeker hoopt dat het toelatingstraject in Europa en Nederland even snel kan als in de VS, waar de beoordeling voor dergelijke middelen 'slechts' een à twee jaar bedraagt. Hij vindt het tekenend dat pas in 2017 voor het eerst meer biologische dan chemische middelen in de EU werden toegelaten.

'Absoluut onwenselijk, telers komen in de knel te zitten'
'Het is jammer dat de onderzoekers wetenschappelijk onderbouwd constateren dat de toelatingsprocedure van middelen op basis van micro-organismen onnodig lang duurt. Vooral gezien de uitdagingen waar de Nederlandse telers voor staan om onze gewassen gezond te houden', reageert Joris Baecke, vicevoorzitter van ZLTO en landelijk portefeuillehouder Plantgezondheid, op de uitkomsten van het rapport. 'We zien dat het totale pakket aan gewasbeschermingsmiddelen slinkt. Er zullen niet snel chemische middelen bijkomen. Aanvulling is dus hard nodig en wenselijk, naast nieuwe veredelingstechnieken', stelt de ZLTO-vicevoorzitter. 'Als sector hebben we alle manieren die we kunnen inzetten voor gezonde gewassen hard nodig en zal overal een versnelling moeten worden ingezet. Dan is het absoluut onwenselijk dat bijvoorbeeld procedures voor te toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen op basis van micro-organismen te traag zijn en te lang duren. De telers komen knel te zitten, merken wij.' Baecke noemt de constateringen en conclusies van het rapport 'zeer relevant voor heel Europa' en vestigt zijn hoop op de bijeenkomst van de Europese landbouwkoepelorganisatie Copa Cogeca in januari. Daar wordt het rapport besproken.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer