LTO zoekt verbinding tussen bedrijfsleven en onderwijs

Wat is uw taak als LTO-portefeuillehouder Innovatie en Onderwijs?

'Vanuit LTO zoek ik naar de verbinding tussen het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. We leggen contacten met groene mbo- en hbo-scholen en gaan er ook langs om kennis te maken en te onderzoeken hoe we elkaar kunnen versterken. Daarnaast ben ik betrokken bij de Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) waarin onderwijs en bedrijfsleven samenwerken.'

Zo'n 30 procent van de agrarische bedrijven is multifunctioneel. Daar moet het onderwijs ook op inspelen

Cees Ruhé, LTO-portefeuillehouder Innovatie en Onderwijs

Waarom is die samenwerking belangrijk?

'De ontwikkelingen in de land- en tuinbouw gaan snel. Scholen vragen het bedrijfsleven om hulp om die innovatie bij te kunnen houden. Daar hebben ze zelf vaak het budget niet voor. Daarom nodigen ze het bedrijfsleven uit om die ontwikkelingen te laten zien en uit te leggen. Voor het bedrijfsleven is deze interactie ook belangrijk, want de studenten komen uiteindelijk hier terecht en dan wil je wel kwaliteit hebben.'

Wat is de rol van LTO?

'Als LTO vinden we het belangrijk deze verbindingsrol te vervullen, omdat we dan de kwaliteit van het onderwijs kunnen meebepalen. We proberen de lijntjes kort te houden en vakgroepleden en regiobestuurders met onderwijs in hun portefeuille bij de onderwijsinstellingen in beeld te krijgen. Zo weten de scholen bij wie ze moeten zijn als ze een programma willen ontwikkelen en hiervoor input uit de praktijk nodig hebben.'

Kunt u hier een voorbeeld van geven?

'De Centra voor Innovatief Vakmanschap werken aan het doorvoeren van circulariteit in het lesprogramma. Het is dan belangrijk dat je als bedrijfsleven wordt betrokken bij het schrijven van nieuwe lesstof. Ook over onderwerpen als bodemgezondheid, plantweerbaarheid en natuurinclusief is meer kennis nodig. Dat ziet het onderwijs ook en daarom is het goed om met nieuwe lesstof aan de slag te gaan.'

En verder?

'Een ander voorbeeld waar we mee bezig zijn, is de multifunctionele landbouw en de rol die het onderwijs daarin kan vervullen. Zo'n 30 procent van de agrarische bedrijven is multifunctioneel. Daar moet het onderwijs ook op inspelen. Dat kan door cross-overs met andere opleidingen aan te bieden en bijvoorbeeld een keuzedeel zorg in de veehouderijopleiding op te nemen.'