'40 procent Brabo-boeren stopt' - PVV Brabant is woest op college

Ongeveer een op de drie grote veehouderijbedrijven in Brabant gaat stoppen of overweegt te stoppen als gevolg van de provinciale 'Versnelling transitie veehouderij'. Bij de middelgrote boeren is dat de helft, en bij de kleine bedrijven zelfs 60 procent.

De cijfers komen naar voren in een steekproef onder ruim tweehonderd Brabantse veehouders, recent uitgevoerd door onderzoekscollectief Spot On Stories voor Omroep Brabant. Ook psychische klachten op het erf steken regelmatig de kop op, zien de onderzoekers.

Kaalslag

Voor de betrokken boeren is hun besluit of overweging om te stoppen meestal het directe gevolg van de strenge Brabantse regels. Hun stallen moeten in 2022 al aan strengere milieuregels voldoen. Eerst zou dit pas in 2028 zijn.

Veel van de ondernemers geven aan dat het niet haalbaar is om de investeringen en aanpassingen op zo’n korte termijn rond te krijgen. Stoppen komt dan snel als alternatief in beeld. Als de cijfers werkelijkheid worden, staat Brabant een agrarische kaalslag te wachten.

Doelen

Het naar voren halen van de milieuregels zal ironisch gezien voor andere bedrijven met vet op de botten leiden tot – soms sterke – groei. Voor deze boeren geldt dat zij meer dieren moeten gaan houden of moeten intensiveren, zodat ze de investering kunnen terugverdienen.

De vraag is echter of het college hiermee de voorgenomen doelen behaalt. Diverse partijen zijn bang dat dit beleid juist de aanwas van megastallen in met name Brabant versterkt.

Motivatie

Het onderzoekscollectief keek ook naar andere redenen die boeren noemen om stoppen of dit te overwegen. Naast de hoofdreden ‘het naar voren halen van milieuregels’ werden in de top drie genoemd: ‘de regeldruk’ en ‘negatieve sectorberichten in de media’.

De top vijf van stoppers-motivatie wordt gecompleteerd door: ‘Ik heb het gevoel dat mijn werk niet gewaardeerd wordt’ op plek vier. En ‘Het was financieel niet meer houdbaar of ‘ik leefde onder de armoedegrens’ op plek vijf.

Geschokt

‘We zijn boos en geschokt door de verwoestende effecten van het desastreuze beleid van het Brabantse provinciebestuur’, aldus woordvoerder Maikel Boon van de PVV Noord-Brabant in een reactie op de cijfers tegen Nieuwe Oogst.

‘Door de absurde milieueisen voortkomend uit de zogenaamde Versnelling transitie veehouderij, waarmee Brabant veel strenger is dan andere provincies, worden onze boeren niet alleen het faillissement in gejaagd, maar ze kampen ook met paniekaanvallen en hoge dosissen stress. Het college maakt onze boeren dus niet alleen financieel maar ook lichamelijk kapot.’

Aanwrijven

In het onderzoek geven boeren aan, dat de negatieve berichtgeving over de sector een belangrijke reden is om te stoppen. De PVV wrijft dit het college grotendeels aan: ‘Het vorige college heeft zich met gedeputeerde Van den Hout actief ingezet met het verspreiden van negatieve berichten in de media over de agrarische sector.’

Zo beantwoordde gedeputeerde Johan van den Hout volgens Boon de stelling of dat de Brabantse boeren een grotere belasting vormen voor het milieu dan drugscriminelen met ‘ja, dat is op veel grotere schaal’. ‘Dezelfde gedeputeerde noemde dat stallen die nog niet volledig waren aangepast aan de nieuwe provinciale milieuregels ‘ouwe meuk’.’

Door middel van ingediende Statenvragen (zie onderstaand) naar aanleiding van de 'Brabo-stoppers' wil de Brabantse PVV weten of het college bereid is haar ‘ondoordachte en rampzalige maatregelen’ terug te draaien. 'En of ze tevens mee willen werken om het imago van de Brabantse boeren weer op te vijzelen.'