'Vanggewas aardappelen telen kan goed vanaf juli'

Bij de bestrijding van aardappelmoeheid maakt 97 procent van de telers gebruik van een resistent ras. Inundatie staat met 1,4 procent op de tweede plek en het telen van aardappelen als vanggewas met 1 procent op de derde plek. Grondontsmetting vindt incidenteel plaats.

Lokking van aaltjes met een vanggewas vindt plaats bij een bodemtemperatuur boven 10 graden Celsius. Na veertig dagen is doding met glyfosaat de enige juiste methode om het vanggewas snel volledig dood te krijgen, voordat vermeerdering plaatsvindt.

Veertig dagen

Het telen van aardappelen als vanggewas scoort niet hoog, omdat ze veertig dagen moeten blijven staan. De teelt van een hoofdgewas is daardoor niet mogelijk. Uit onderzoek van Leendert Molendijk van Wageningen University & Research blijkt dat de teelt van aardappelen na een vroege oogst van bijvoorbeeld wintergerst ook effectief is.

Doorworteling

Voor een goede doorworteling van de bodem zijn minimaal negen planten per vierkante meter nodig. Die moeten telers in een vlak veld poten. 'Een risico is dat je na veertig dagen het vanggewas niet dood kunt maken vanwege het weer en het 45 of 50 dagen op het land blijft staan. Dat is niet goed voor de bestrijding van aardappelmoeheid.'

Uit onderzoek van Molendijk blijkt verder dat er twijfels zijn over de natuurlijke afsterving van aardappelmoeheid. Dat maakt bedrijfshygiëne en vrijwillig laten bemonsteren van percelen extra belangrijk.

Grond verslepen

Jan Eggo Hommes van de NAK: 'Grond verslepen is de belangrijkste oorzaak van de verspreiding van aardappelmoeheid. Denk aan grote machines waar grond aan zit. Het geeft niet gelijk een grote besmetting. Er is een jaar of tien nodig voordat de NAK het kan vinden.'