Aardappelmoeheid reduceren door inundatie

Restgrond van aardappelhopen en schuurbewaring kunnen besmet zijn met bodempathogenen zoals aardappelcysteaaltjes. Het is een bron van verspreiding. Om verspreiding door restgrond te voorkomen, moeten telers de grond op verantwoorde wijze afvoeren of saneren.

Op verzoek van de stuurgroep Plan van aanpak AM in de Veenkoloniën is door Wageningen University & Research en HLB een gezamenlijke proef uitgevoerd op proefboerderij 't Kompas in Valthermond. Restgrond van aardappelhopen en schuurbewaring is hier vorig jaar geïnundeerd in een 2 meter diep bassin van 100 kuub in een brede sloot dat met twee lagen plastic is bekleed.

Tevreden

Schepel is tevreden over de resultaten. 'Inunderen van restgrond werkt goed tegen aardappelcysteaaltjes. Tegen aardappelmoeheid (AM) werkt het 98 à 99 procent. Een werking van 100 procent zie je nooit. Er blijft altijd een restje over. In dit geval hebben we enkele larven teruggevonden.'

Uit het onderzoek blijkt dat Pratylenchus crenatus en Pratylenchus penetrans ook gevoelig zijn voor inundatie. Meloïdogyne naasi is niet gevoelig voor inundatie. Ook bij bietencysteaaltjes en wratziekte is geen effect te verwachten.

Ideale omstandigheden

De proef is onder ideale omstandigheden uitgevoerd. 'We hadden relatief hoge temperaturen en de restgrond stond gedurende de gehele periode, van 1 mei tot 1 september, onder water. Bij minder warm weer neemt het effect misschien iets af. Voor telers is het belangrijk om de hele zomer te benutten voor de inundatie', zegt de HLB-onderzoeker.

De resultaten hebben betrekking op één jaar onderzoek. Schepel vindt dat niet zo'n probleem. 'De onderzoeksresultaten zijn een goede indicatie. We hadden deze uitkomsten verwacht, mede gezien de ervaringen die er zijn met inundatie van landbouwgrond. Restgrond uit de schuur is superdroog en vraagt om een lange inundatie.'

Ervaring

Akkerbouwer Dirk Jan Beuling uit Eerste Exloërmond heeft al enkele jaren ervaring met inundatie van restgrond. In eerste instantie een bassin van plastic, zoals bij de proefboerderij. 'Bij het leeghalen van het bassin blijkt dit niet een ideale oplossing, want het plastic komt tussen de restgrond terecht. Een jaar later heb ik gewerkt met een waterdichte container', zegt de Veenkoloniale akkerbouwer.

Beuling denkt er nu aan om met betonnen legoblokken een sleufsilo te bouwen en deze te bekleden met plastic, een laag zand en stro. 'Als je daar de restgrond op gooit, weet je bij het leegscheppen met een hydraulische kraan precies waar de grens is en blijft het plastic heel.'

Verspreiding voorkomen

De akkerbouwer is zich ervan bewust dat met inundatie niet alle AM-besmetting uit de restgrond verdwijnt. 'Maar met een percentage van tussen de 95 en 100 procent doe je al veel. Met inundatie kun je de verspreiding van ziekten en plagen in belangrijke mate voorkomen.'

Beuling zegt dat hij een aardappelopslag heeft van 2.000 ton. 'Niet alle aardappelen in de opslag komen van hetzelfde perceel. De tarragrond is afkomstig van verschillende percelen. De restgrond bevat daardoor alles van wat op het bedrijf aan ziekten en plagen aanwezig is.'

Andere gewassen

Het probleem doet zich ook voor bij tarragrond van bijvoorbeeld uien, bieten en wortelen. 'Als je daarmee een sloot gaat dempen of een laagte gaat opvullen, verspreid je ook alles wat op het bedrijf aanwezig is', zegt de akkerbouwer.