Onvrede bij Gelderse D66 en PvdD over stikstofbesluit

Tot 1 december kunnen er in Gelderland geen vergunningen worden aangevraagd of afgegeven voor de agrarische sector. Er moet op die datum ook duidelijkheid zijn vanuit het landbouwministerie en het Interprovinciaal Overleg (IPO) over de beleidsregels rondom stikstof.

Het besluit om de landbouwregels in de ijskast te zetten, werd dinsdag genomen in een bijeenkomst van het college van Gedeputeerde Staten. Tijdens het boerenprotest gaf landbouwgedeputeerde Peter Drenth (CDA) vorige week al aan het opschorten van de regels in gang te zetten. Die beslissing werd toen met gejuich ontvangen door de demonstrerende boeren.

Vraagtekens

Over de manier waarop het besluit van Gedeputeerde Staten tot stand kwam, is onvrede bij oppositiepartijen D66 en Partij voor de Dieren. D66-Statenlid Antoon Kanis schrijft aan Gedeputeerde Staten dat hij 'grote vraagtekens' zet bij de gang van zaken. 'Omdat de indruk ontstaat dat het college is gezwicht voor het protest van de boeren. Het mag niet zo zijn dat het beleid op deze manier wordt bepaald.'

Kanis wil hierover woensdag debatteren met de Staten. Hij wil hiervoor onder meer weten met wie Drenth sprak tijdens het boerenprotest en wat daar is besproken. Kanis refereert onder meer aan een verhaal in de Volkskrant, waarin staat dat behalve boerenorganisaties ook 'luidruchtige boeren' mochten aanschuiven bij dit gesprek.

Ook wil D66 weten wat het opschorten van de beleidsregels concreet betekent voor zowel boeren als voor andere sectoren en wat dit juridisch gezien precies inhoudt.

Krantenartikelen

Behalve D66 heeft ook Statenlid Luuk van der Veer van de Partij voor de Dieren vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Hij wil dat de gedeputeerde reageert op een aantal krantenartikelen over de stikstofkwestie.

Ook noemt Van der Veer het memo van Wageningen University & Research in opdracht van het Wereld Natuur Fonds, waarin zou staan dat de stikstofplannen van het kabinet ontoereikend zijn voor natuurherstel.

Speculatie

Van der Veer vraagt zich verder af of er sprake is van speculatie met emissierechten, 'waarvan al jaren duidelijk was dat de waarde een keer zou instorten als het PAS ongeldig zou worden verklaard'. Hij wil weten of de boerenbelangenorganisaties hebben onderbouwd waarom het intrekken van emissieruimte diefstal zou zijn en om welke financiële waarde het zou gaan.