Kilo kip voor kilo voer kan

'Voerefficiëntie is al jarenlang een doel, nog ver voordat iemand sprak over de carbon footprint. Gewoon omdat het geld oplevert', zei Hamminga woensdag tijdens het Pluimveesymposium Leg in Eersel met als thema 'Idealisme versus realisme'.

Die focus op voerefficiëntie leverde al veel verbetering in duurzaamheid op, maar er zijn nog stappen te maken in stikstof-, fosfor- en eiwitefficiëntie. 'We kunnen nog veel verder. Een kilo voer voor een kilo kip is mogelijk, mits alles in tiptop in orde is', zegt de directeur duurzaamheid.

Transparantie

Winst is er ook nog te halen met meer transparantie door de hele keten heen. Hamminga spreekt over 'het delen in de keten van met welke producten je werkt', want elke keuze heeft consequenties.

'Neem bijvoorbeeld niet genetisch gemodificeerd of grondstoffen uit de 28 EU-lidstaten. De keuze heeft impact op prijs, beschikbaarheid van grondstoffen en footprint. Maak die consequenties inzichtelijk.' Voor Hamminga is het ook nog maar de vraag of verduurzaming bij pluimvee via soja moet.

Soja

Bij vleeskuikens bijvoorbeeld gaat de carbon footprint omhoog, wanneer het aandeel soja in het voer daalt. Bij leghennen ligt dat anders omdat de dieren daar gemiddeld ouder en uit de groei zijn waardoor hun eiwitbehoefte lager is.

'Nederlands veevoersoja komt niet uit ontboste gebieden. Dat weten mensen, die denken nu een goede keuze te maken, niet', aldus de directeur duurzaamheid. Ze adviseert meer transparantie en inzicht, zodat consumenten kunnen kiezen op basis van feiten.

Uit onderzoek van Cargill blijkt dat de komende jaren in Nederland de consumptie van dierlijk eiwit zeker niet omlaaggaat. 'Zo'n 70 procent blijft net zoals nu dierlijk eiwit eten of zelfs meer. Dat is de gemiddelde Nederlander.' Hamminga spreekt van 'goed nieuws dat je mag delen'.

Vis als voorbeeld

Nederland loopt binnen de landbouw voorop met duurzame oplossingen. Om dat te illustreren, haalt Hamminga de visteelt aan.

'In zalmvoer hebben wij vismeel en visolie vervangen door verantwoord geproduceerd eiwit en olie. Het aandeel ging van 82 procent visproducten naar 28 procent. Die verduurzaming kunnen we ook realiseren in veehouderijketens.'