Goede start Europese trekkerverkoop 2019

In de eerste halfjaar zijn 96.428 trekkers in Europa geregistreerd. Daarvan waren 21.285 trekkers 37 kilowatt (50 pk) en minder en 75.143 waren 38 kilowatt en meer.

De CEMA, de Europese organisatie van landbouwmachinefabrikanten, vindt dat 77.383 van deze voertuigen landbouwtrekkers zijn. De rest zijn quads, verreikers en andere machines. De registratie van landbouwtrekkers voor de eerste zes maanden steeg met ongeveer 10 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2018.

Nieuwe wetgeving

Volgens de CEMA moet niet worden vergeten dat de registraties in 2018 zijn beïnvloed door nieuwe wetgeving per 1 januari 2018. Dit resulteerde in een groot aantal vooraf geregistreerde trekkers in december 2017 zonder een toename van de onderliggende vraag.

'Bij de huidige toename moeten we met dit fenomeen rekening houden, omdat 2018 anders als een positief jaar voor de trekkerverkopen wordt beschouwd. De cijfers laten duidelijk zien dat registraties in december 2017 een piek bereikten en vervolgens relatief laag waren in het eerste kwartaal van 2018. Zonder deze piek zet het lichte herstel van de vraag naar trekkers in 2018 zich voort in het eerste deel van 2019', aldus CEMA.

Uit de cijfers blijkt dat het aantal trekkers in elke vermogenscategorie in de eerste zes maanden van 2019 is gestegen ten opzichte van 2018. Dit met uitzondering van de categorie trekkers boven de 211 kilowatt. De helft van alle geregistreerde trekkers in Europa is minder dan 75 kilowatt en slechts een op de vier meer dan 110 kilowatt.

Duitsland en Frankrijk

De twee grootste trekkermarkten in Europa blijven Duitsland en Frankrijk. Alle trekkerregistraties in deze landen stegen aanzienlijk met respectievelijk 21 en 47 procent in de eerste zes maanden in 2019 versus 2018. Voor de tweede helft van het jaar worden lagere groeicijfers verwacht.

In Spanje ging het om een toename van 19 procent en in Italië van 6 procent. Er waren opvallende stijgingen in Finland (37 procent), Oostenrijk (21 procent), Zweden (24 procent), Noorwegen (14 procent), Hongarije (12 procent), Servië (112 procent) en Kroatië (63 procent). Dalingen zijn er in Nederland (17 procent), België (10 procent), Slowakije (56 procent) en het Verenigd Koninkrijk (3,5 procent).