Teleurstellende resultaten voor Forfarmers

De operationele winst (EBIDTA) van ForFarmers komt het eerste halfjaar van 2019 uit op 35,8 miljoen euro. Dat is 31,5 procent lager dan in dezelfde periode van vorig jaar. De brutowinst van het concern was 241 miljoen euro, dat is 1,7 procent lager dan in 2019. De uiteindelijke onderliggende winst ligt maar liefst 61,5 procent lager en komt uit op 11,9 miljoen euro.

Volgens Knoop droegen vooral de acquisities, die het bedrijf in de tweede helft van 2018 heeft gedaan, positief bij. Ze waren echter niet voldoende om de negatieve effecten van de volumedaling en de ongunstige inkooppositie in het eerste halfjaar van 2019 te compenseren. De inkoopposities zijn nu gesloten. Knoop verwacht voor de toekomst minder negatieve effecten.

Forfarmers verkocht 7,2 procent meer mengvoer. Dat komt vooral door door de overnames die het bedrijf heeft gedaan. In Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk daalden de afzetvolumes juist.

Strategie

Forfarmers werkt inmiddels aan een nieuwe strategie voor de periode tot 2025. Zeker is in ieder geval dat er dit jaar vier fabrieken dichtgaan. Dit zal bijdragen aan de beoogde structurele kostenbesparing van 10 miljoen euro in 2021.

Knoop stelt vast dat de agrarische sector in steeds meer landen te maken krijgt met overheidsmaatregelen om de milieueffecten van de sector te verminderen. 'De snelheid en intensiteit waarmee zulke maatregelen worden geïntroduceerd nemen wij mee in de strategie voor de periode 2020 tot 2025.'

ForFarmers voorziet een daling van de veestapel in Nederland en Duitsland maar ziet kansen in met name Polen, waar vooral de pluimveesector zich sterk ontwikkeld. Het bedrijf heeft daar het bedrijf Tasomix overgenomen.

Door de grotere afzet van pluimveevoer is de verdeling van het mengvoervolume evenredig verdeeld over sectoren varkens, pluimvee en herkauwers. Dat zorgt volgens Knoop voor een gezondere balans. Ook de Brexit kan op termijn positief uitpakken voor ForFarmers.

'De Britten zullen minder afhankelijk willen worden van vlees- en zuivel import vanuit Europa en hun zelfvoorzieningsgraad vergroten.'