Melkprijs april hoger dan vorig jaar

De gemiddelde melkprijs in april 2019 ligt 0,85 euro, 2,6 procent hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Voor het eerst sinds maart 2018 is de gemiddelde melkprijs hoger dan een jaar geleden.

Hoewel er relatief weinig beweging zit in de melkprijzen, is de gemiddelde melkprijs toch iets gedaald. Dit komt vooral door het seizoenseffect. De grootste prijsdalingen deden zich voor bij Dairy Crest en Sodiaal met respectievelijk -2,70 euro en -1 euro per 100 kilo standaardmelk. Deze zijn volledig veroorzaakt door een seizoensheffing.

Ook Milcobel heeft de melkprijs verlaagd met een euro per 100 kilo melk. Het Italiaanse Granarolo heeft de melkprijs in april met 1 euro per 100 kilo verhoogd.

Uit het dal

In Amerika klimmen de melkprijzen duidelijk uit het dal omhoog. Voor de tweede achtereenvolgende maand zijn de klasse III-melkprijzen met meer dan 2 euro per 100 kilo standaardmelk gestegen. Opvallend is dat deze stijging volledig komt door hogere eiwitprijzen.

Fonterra heeft de prijsverwachting voor het lopende seizoen naar beneden bijgesteld. Zonder koerseffect komt dit overeen met een daling van zo'n 0,80 euro per 100 kilo standaardmelk. Voor het nieuwe melkprijsjaar, dat in juni begint, heeft Fonterra een melkprijsrange tussen 3,60 en 4,20 euro per kilo vet en eiwit bekendgemaakt. Dit wijkt weinig af van voorgaande melkprijsjaren.

Voor de komende maanden is het prijsbeeld vrij stabiel. Voor mei en juni hebben Arla en FrieslandCampina respectievelijk geen of beperkte prijswijzigingen aangekondigd. De melkprijs van Arla blijft in mei en juni ongewijzigd, terwijl FrieslandCampina na een verlaging in mei de prijs in juni met 0,50 euro per 100 kilo verhoogt.

De Nederlandse melkaanvoer laat al ruim een jaar een dalende lijn zien. Wel is het tempo van de krimp sinds februari afgenomen. In april kwam de daling op 1,7 procent uit. Het volume in de periode januari tot en met april 2019 was 2,8 procent lager dan in de vergelijkbare periode in het jaar daarvoor.

In de EU liet de melkaanvoer in maart een toename zien van ruim 1 procent. Voor het eerst in een half jaar was er sprake van groei. Met name Ierland, Polen en het VK zagen het volume sterk toenemen. Ook in Duitsland was in deze maand sprake van lichte groei. Naast Nederland bleef ook in Frankrijk de productie in maart achter.

De melkproductie in de andere mondiaal belangrijke zuivelexporterende landen daalde in maart. Zowel in Oceanië als in Zuid-Amerika nam het volume sterk af. Ook in de Verenigde Staten was in deze maand, voor het eerst in ruim twee jaar tijd, sprake van krimp.

Botermarkt

De botermarkt is na de stabilisering van het prijsniveau in april sinds medio mei weer wat zwakker geworden. Er is sprake van beperkte koopinteresse en voldoende aanbod. Ondanks dat de prijzen van Europese boter nog steeds onder die van de wereldmarkt liggen, is er geen groei in de exportvraag.

De notering van mager melkpoeder stabiliseerde in maart en april. Dankzij een verdere vraagontwikkeling vanuit de export ontstond er vanaf eind april ruimte voor een opwaartse beweging in het prijsniveau. Dit ligt nu ruim boven de 200 euro per 100 kilo. Intussen blijft de markt voor volle melkpoeder onveranderd stabiel.