Kringlooplandbouw vergroot kans op dierziekten

Minder perfecte voerstromen zullen volgens Stegeman leiden tot minder productie, minder rendement, grote risico's op maag-darmaandoeningen en stofwisselingsstoornissen, minder reductie van emissies en minder reductie van mest per kilo product.

Ziektekiemen in het voer kunnen leiden tot ziekten en enorme schade, zoals Afrikaanse varkenspest, salmonella en gekkekoeienziekte. 'Het is niet voor niets dat juist in China en Oost-Europa varkenspest is uitgebroken. Daar worden etensresten, kliekjes, gevoerd aan de varkens.'

Hoge productie

Stegeman zei dat dinsdag tijdens het debat 'Wat betekent kringlooplandbouw voor het dier?', georganiseerd door de Utrechtse faculteit Diergeneeskunde. 'In de afgelopen vijftig jaar is via de fokkerij enorm ingezet op hoge productie op basis van hoogwaardig voer. Een koe gaf in 1950 bijvoorbeeld gemiddeld 4.000 kilo melk per jaar, in 2018 9.300 kilo', zegt de hoogleraar.

'Het eenzijdig oplossen van problemen leidt vaak tot nieuwe problemen', is zijn betoog. 'In legbatterijen was slecht dierenwelzijn het probleem. De oplossing is scharrel en vrije uitloop. Daardoor zijn er meer longontstekingen in de buurt van pluimveebedrijven, is er een groter risico op vogelgriep en een toename van bloedmijt. En daar is de fipronilcrisis weer door ontstaan.'

Diergezondheid

De Utrechtse hoogleraar vindt dat er in de visie van landbouwminister Carola Schouten te weinig aandacht is voor diergezondheid. 'Het woord diergezondheid ontbreekt in de visie, dierenwelzijn 'wordt meegewogen' en hoe zit het met humane gezondheid?'

Stegeman pleit voor een 'one health' duurzame veehouderij. Duurzame landbouw is volgens hem meer dan kringlooplandbouw. In dit concept is er aandacht voor een gezond milieu, gezonde dieren, (financieel) gezonde veehouders, gezonde consumenten en gezonde omwonenden.