Glastuinbouw heeft grote belangen in Europa

Zoals wellicht bekend is, sta ik op de lijst van het CDA voor de Europese verkiezingen. Dat vraagt om een toelichting.

Ja, ik geloof in de campagne van lijsttrekker Esther de Lange en in de jongeren die onder haar op de verkiesbare plaatsen staan. Nee, ik sta niet te trappelen om mijn werkterrein voor een belangrijk deel te verhuizen naar Brussel, maar mocht ik met 25.000 voorkeurstemmen alsnog in beeld komen, dan neem ik mijn verantwoordelijkheid. Op 3 juni weten we wat dat betreft meer. Vooralsnog ben ik vooral lijstduwer.

Waar het om gaat, is dat de glastuinbouw baat heeft bij meer invloed in Brussel, want er liggen meerdere belangrijke dossiers die dringend om aandacht en daadkracht vragen. Denk aan het IPM-systeem en de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Als glastuinbouw willen we naar een biologische ecosysteem in een circulaire kas, maar dat vereist wel dat Europa veel sneller toelatingen van biologische middelen afgeeft.

Ook moet er op gebied van gewasbescherming eindelijk sprake zijn van een gelijk speelveld. Spanje is een belangrijke concurrent bij de afzet. Het is een oneerlijke strijd als daar meer middelen zijn toegelaten dan bij ons. Harmonisatie moet het uitgangspunt zijn.

Ook op gebied van klimaat liggen er uitdagingen. Als Nederlandse glastuinbouw hebben we al een aanzienlijke besparing in CO2-uitstoot gerealiseerd en we hebben de lat nog hoger gelegd. Maar hoe zit dat in andere industrieën en in de andere lidstaten? Hoe zit het op dit gebied met gelijke inspanningen en bijkomende kosten?

Het gebruik van plastic heeft eveneens volop aandacht van onze telers en ook in de rest van de agf-keten. Hoe andere landen met dit onderwerp omgaan, is in Nederland nauwelijks voor te stellen.

Het is niet eenvoudig om Europese besluitvorming te versnellen, maar de noodzaak is groot. Nederland moet gidsland blijven in de internationale glastuinbouw en dat vereist een Europees draagvlak.