Wildbeheer heet hangijzer in Provinciale Staten

Faunabeleid is een netelige zaak in de politiek. Welke dieren mogen verjaagd of gedood worden en welke soorten niet? Aan welke voorwaarden en regels moeten boeren, tuinders en jagers zich houden? De provincies spelen daar sinds 2017, toen de nieuwe Natuurwet werd ingevoerd, een veel grotere rol in. Er valt dus wat te kiezen.

Wildbeheer+heet+hangijzer+in+Provinciale+Staten
© VidiPhoto

Veel bevoegdheden op het gebied van faunabeleid, waaronder vergunningverlening en ontheffingen, liggen sinds twee jaar op de bordjes van de provincies. Volgens Ben Haarman is er tijdens de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart dan ook echt wat te kiezen. Hij is portefeuillehouder Natuur- en landschapsontwikkeling bij LTO Nederland.

'De discussies in de Provinciale Staten zijn sterk ideologisch gekleurd', stelt Haarman. 'Dat zie je ook terug in de verkiezingsprogramma's. Ik ga geen stemadvies geven, maar er zijn partijen die wel rekening houden met de (economische) belangen van boeren en tuinders.'

Haarman vervolgt: 'In Nederland hebben we gecultiveerde natuur. Die moet je beheren, dat geldt ook voor de diersoorten die er leven. Anders kan er veel schade ontstaan en nemen ook de kosten voor de maatschappij toe. Als je het uit de hand laat lopen, kost het achteraf veel meer moeite om het te herstellen. Dat hebben we bij de ganzen gezien. Dan zijn we te laat.'

De jagers kunnen prima beoordelen welke aanpak nodig is

Bjorn van der Veen, woordvoerder van de Jagersvereniging en regiomanager van Friesland en Overijssel

Verschillen per provincie

Haarman vindt het een goede zaak dat veel bevoegdheden tegenwoordig bij de provincie liggen, maar ziet ook knelpunten. 'Er zijn veel verschillen tussen de provincies. Denk aan het behandelbedrag. In sommige provincies is dit omgezet in een statiegeldregeling. Boeren krijgen het behandelbedrag dan teruggestort als er daadwerkelijk schade is. In andere provincies niet', zegt hij.

'In sommige provincies moet je bijvoorbeeld twee keer per week het land in om ganzen te verjagen, anders heb je geen recht op schadevergoeding. Veel van dat soort regels zijn verschillend. Dat maakt de uitvoerbaarheid lastig.'

Dat geldt volgens hem zowel voor de jagers als de boeren. 'Er zijn boeren die in het grensgebied van een provincie zitten, met aan beide kanten van de provinciegrens grond. Het is dan niet handig dat de regels verschillen. Ook voor de jagers is het lastig. Ze moeten van ontzettend veel regels en uitzonderingen op de hoogte zijn. Het is belangrijk dat er goede afstemming is tussen provincies. Dat zou wat mij betreft beter kunnen.'

• Bekijk onderaan dit artikel enkele kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen in Zuid-, Midden- en Noord-Nederland die een link hebben met de agrarische sector


De LTO-portefeuillehouder vindt het belangrijk dat de politiek oog heeft voor de rol die jagers vervullen. 'Het is voor jagers lang niet altijd prettig hoe dat debat verloopt, terwijl het heel belangrijk werk is dat ze voor de samenleving doen. Wat zij doen, raakt ons allemaal. Zij voeren een belangrijk deel van het beleid uit dat door de provincies wordt bedacht, daar mag meer waardering voor zijn.'

Bjorn van der Veen, woordvoerder van de Jagersvereniging en regiomanager van de provincies Friesland en Overijssel, heeft dagelijks te maken met de gevolgen van het versnipperde beleid.

'Neem nou de ganzenoverlast in Friesland. Daar hebben we alle mogelijke middelen tot onze beschikking om de populaties te beheren, inclusief lokfluiten en -ganzen. En in het aangrenzende Drenthe mag je praktisch niets. Dat maakt het heel lastig voor de jager én de boeren. Alleen al het verkrijgen van machtigingen en grondgebruikersverklaringen wordt dan een puzzel.'

Van der Veen beaamt dat er maatwerk nodig is vanwege de aanwezigheid van verschillende diersoorten. 'Maar de relatie tussen landbouwschade en de aanwezige wildsoorten moet altijd in balans zijn. Waar voldoende van is, moet geoogst kunnen worden', stelt hij.

'Leg daarom de verantwoordelijkheid volledig bij de jager. Het zijn allemaal vrijwilligers die professioneel zijn opgeleid. De jagers kunnen in overleg met de boer prima beoordelen welke aanpak nodig is. Geen enkele jager schiet voor de kliko.'

Om faunabeleid te laten slagen, is het volgens Haarman van essentieel belang dat de gebiedspartners goed met elkaar samenwerken. 'Dat is per regio nogal verschillend. In Gelderland gaat het bijvoorbeeld goed. Daar overleggen provincie, natuur beherende organisaties, LTO en de Jagersvereniging constructief met elkaar', aldus Haarman.

'Natuurlijk is het goed dat de besluiten in het Provinciehuis genomen worden, maar dat kan nooit zonder goed te luisteren naar de partners die het moeten uitvoeren.'

Van der Veen merkt dat de relatie tussen de jagers en de provincies beter wordt. 'De provincies zien ons steeds meer als een volwassen gesprekspartner met veel professionaliteit en kennis in de gelederen. Dat is wel een groot winstpunt.'

Weidevogelbeheer

Haarman verwacht dat de komst van de wolf in de komende periode de gemoederen weer bezig zal houden. 'Maar dat geldt zeker ook voor de vos en de steemarter in relatie tot weidevogelbeheer. Door boeren wordt hier ontzettend veel tijd en energie in gestoken. Als de nesten dan telkens worden leeggeroofd, is dat heel ontmoedigend. Ik hoor steeds vaker van boeren dat ze de handdoek in de ring willen gooien.'

Van der Veen is het roerend met Haarman eens. 'Predatiebeheer mag verruimd worden, waarbij ook terreinbeherende organisaties mee moeten werken om gebiedsdekkend predatoren te kunnen bestrijden. Op enkele plekken in Nederland komen die samenwerkingen voorzichtig op gang, omdat men inziet dat het qua predatie vijf voor twaalf is.'

Feiten en cijfers over jagen en beheren in Nederland
Het werk van een jager bestaat uit meer dan jagen alleen. Iedere wildbeheereenheid legt jaarlijks gemiddeld 400 vierkante meter aan bos, akkerranden en houtwallen aan. Daarnaast wordt in een wildbeheereenheid 500 uur aan wildtellingen besteed. Volgens cijfers van de Jagersvereniging is zo'n 2,5 miljoen hectare in Nederland jachtveld. Een Nederlandse jager jaagt gemiddeld 510 uur per jaar. Nederland telt 27.000 jachtaktehouders die 13.000 fte (voltijds werkweek) vrijwilligerswerk verzetten. De jagers zijn verenigd in ruim driehonderd lokale jagersverenigingen, de wildbeheereenheden. Een jager jaagt ieder jaar gemiddeld 60 uur om te benutten, ruim 100 uur om populaties te beheren en ruim 350 uur om gewassen te beschermen. Uit onderzoek van de Jagersvereniging blijkt verder dat 53 procent van de Nederlanders vindt dat wild duurzaam mag worden benut.


Mede-auteur: Jasper Schel

Hieronder ziet u enkele kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen die een link hebben met de agrarische sector. Klik op de naam om direct naar het artikel te scrollen.

Zuid-Nederland

Midden-Nederland

Noord-Nederland

  • Akkerbouwer en pluimveehouder Ingrid Sterenborg (ChristenUnie) uit Onstwedde, Groningen
  • Oud-melkveehouder Johan Moes (VVD) uit Wapse, Drenthe
  • Melkveehouder Anne Schelhaas (CDA) uit Blesdijke, Friesland
     

'Totale nulstand is niet realistisch'

Door de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in een populatie wilde zwijnen in de Ardennen, laaide de discussie rond het Brabantse nulstandbeleid weer op. Ezra Leeger, CDA-gemeenteraadslid in Bernheze, vindt een totale nulstand niet realistisch. 'Het is terecht dat die vrees leeft bij mensen. Maar laten we er ook op een verstandige manier naar kijken met elkaar', stelt Ezra Leeger.

Ezra Leeger

Leeger is bij de Provinciale Statenverkiezingen in Noord-Brabant nummer 14 op de kandidatenlijst van het CDA. 'Dieren laten zich niet leiden door een streep op een landkaart. Daarom is het beter om pragmatisch te kijken naar de wilde zwijnen populatie', aldus Leeger.

De christendemocraat, die samen met haar man Dennis Hurkmans eigenaar is van De Heische Hoeve in Loosbroek, vindt een totale nulstand niet realistisch. 'We hebben ervoor gezorgd dat verschillende natuurgebieden aan elkaar gekoppeld zijn. Dan is het ook niet zo verrassend dat wilde zwijnen zich daartussen verplaatsen.'

Leeger pleit daarom voor maatwerk. 'In mijn ogen is het verstandiger dat boeren samen met natuurverenigingen, wildbeheereenheden en andere belanghebbenden bekijken waar de wilde zwijnen voor overlast zorgen en schade aan gewassen veroorzaken. In die gebieden kunnen vervolgens doeltreffende maatregelen worden genomen.'

Terug naar boven


'Oogst boeren mag niet verloren gaan'

Akkerbouwers en fruittelers in de provincie Zeeland hebben veel overlast van ganzen en mezen. 'Het is mooi dat deze vogels hier leven, maar de oogst van de boeren mag daardoor niet verloren gaan', aldus Frank Kuijpers, akkerbouwer in Ossenisse. Hij staat op plaats 4 op de kieslijst van het CDA in Zeeland.

Frank Kuijpers

Volgens Frank Kuijpers zorgen met name ganzen voor veel ergernis bij akkerbouwers in Zeeland. 'Deze provincie bestaat voor een groot deel uit natuurgebied en is daarmee een aantrekkelijke verblijfplaats voor deze vogels', zegt hij.

'In de wintermaanden zijn er meer ganzen dan in de zomer, maar in deze periode is in deze gebieden niet veel voedsel te vinden. Agrariërs binnen een rustgebied krijgen de getaxeerde schade 100 procent vergoed. Buiten de rustgebieden geldt voor de winterperiode een schadevergoeding van 95 procent van de getaxeerde schade.'

Kuijpers vervolgt: 'Ook werken we als provincie samen met de Faunabeheereenheid Zeeland om de ganzenpopulatie terug te dringen.'

De akkerbouwer geeft aan dat er ook financiële tegemoetkomingen zijn voor boeren die schade oplopen door vogels. 'Wanneer mezen in het fruit pikken, krijgen de fruittelers 60 procent van hun schade vergoed door de provincie Zeeland. Wij zouden als CDA liefst zien dat deze vergoeding ook wordt opgetrokken naar 90 of 100 procent.'

Terug naar boven


'Natuur past zich steeds weer aan'

'Er worden veel zware woorden gebruikt door verschillende natuurorganisaties, maar de natuur in Brabant staat er volgens mij best goed voor', zegt Patricia Buis-Iven, nummer 6 op de kandidatenlijst van Lokaal Brabant voor de Provinciale Statenverkiezingen.

Patricia Buis-Iven

Buis-Iven is daarnaast gemeenteraadslid voor Gemeenschapslijst Someren-Eind in Someren en runt samen met haar man een melkveebedrijf.

Agrarisch ondernemers houden volgens Buis-Iven over het algemeen veel rekening met de flora en fauna in hun omgeving.
Maar de groeiende populatie wilde zwijnen en ganzen in Brabant zijn veel boeren een doorn in het oog, zo stelt ze. 'Wilde zwijnen en ganzen vernietigen veel en hebben geen natuurlijke vijanden. Daarom moet er geld beschikbaar komen om de schade te vergoeden die deze dieren bij boeren veroorzaken.'

Buis-Iven is positief over initiatieven op het gebied van agrarisch natuurbeheer. 'Een goede innovatie zou het 60/40-principe zijn, in plaats van 80 procent grasland en 20 procent mais. Dat houdt in dat boeren de mogelijkheid krijgen tot 60 procent gras, 25 procent mais en 15 procent ander eiwitrijk gewas. Dat vormt een goede basis voor een kleurrijker buitengebied', vertelt ze.

'Ook zetten we ons in voor weidevogelbescherming. En er bestaat nog zoiets als evolutie. Onze natuur past zich steeds weer aan de veranderende omstandigheden aan.'

Terug naar boven


'De populatie ganzen is groter dan ooit'

In provincie Noord-Holland ligt alles wat met de jacht te maken heeft erg gevoelig. CDA-Statenlid Willemien Koning wil goede beheermogelijkheden, 'want de populatie ganzen is groter dan ooit'. Ze staat op nummer 4 van de kandidatenlijst van het CDA.

Willemien Koning

Koning was negen jaar CDA-fractievoorzitter in gemeente Langedijk en inmiddels zit ze vier jaar in de Provinciale Staten van Noord-Holland. Faunabeleid was een van de zaken waar ze het woord over voerde.

'Ganzen zijn in onze provincie de grootste schadeveroorzaker. Het gaat om 6 miljoen euro per jaar. Ik zet me in voor ruimere beheermaatregelen in de komende periode. Het beleid komt regelmatig voor de rechter, dus we moeten zeer accuraat te werk gaan, zodat het niet wordt teruggedraaid', zegt Koning.

Het CDA-Statenlid heeft ook een melkveebedrijf met haar man en zoon. Ze melken negentig koeien in Oudkarspel. Daarnaast is ze voorzitter van LTO Vrouw & bedrijf.

Afgelopen jaar was Koning VN-vrouwenvertegenwoordiger. Ze sprak de Verenigde Naties toe over vrouwen op het platteland.
Ze maakt zich ook zorgen over de opkomst van de vos. 'Als provincie besteden we veel geld aan weidevogels en agrarisch natuurbeheer. We moeten voorkomen dat vossen de kuikens al opeten voordat ze groot kunnen worden. Dat doet veel inspanningen teniet.'

Terug naar boven


'Regelmatig boegeroep van de tribune'

Het Zuid-Hollandse VVD-Statenlid Mirjam Nelisse signaleert een toenemende kloof tussen stad en platteland. Rond wildbeheer komt dat misschien wel het meest tot uitdrukking.

Mirjam Nelisse

Nelisse woont met haar man op een akkerbouwbedrijf in Dirksland, op Goeree-Overflakkee. Zelf werkt ze als onderzoeker bij de onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO, op het gebied van infrastructuur. Die kloof merkt Nelisse ook in de Statenzaal. 'De standpunten liggen ver uit elkaar', zegt ze.

'Waar mensen van het platteland meestal nuchter denken over wildbeheer, vinden mensen uit de stad nogal eens dat je alle dieren moet laten leven. In de politiek zijn dat meer de linkse partijen.'

Maar een vos is volgens haar niet alleen schattig. 'Het dier veroorzaakt ook schade.' Ze maakt zich zorgen over het verstoren van de jagersactiviteiten door activisten van Animal Rights, zoals in de Hoeksche Waard. 'Ook in de Statenzaal hoor ik regelmatig boegeroep van de tribune als ik vraag om de mogelijkheden te verruimen.'

'Het is zaak om tijdig met wildbeheer te beginnen. Bij ganzen is dat veel te laat gebeurd. In Zuid-Holland hebben we er 100.000 te veel. Het beheren van de vos heb ik zelf aangekaart in de Staten, want die is sterk in opmars. En nu komt de wolf. Een prachtig dier natuurlijk, maar je moet je afvragen of die past in onze drukbevolkte provincie.'

Terug naar boven


'Vooral door predatie minder kieviten'

Kandidaat-Statenlid Arjan Tolkamp (CDA) uit het buurtschap IJzerlo bij Aalten is jongveeopfokker en actief in het weidevogelbeheer. Predatie is volgens hem de hoofdoorzaak van de teruggang van de kieviten in zijn regio.

Arjan Tolkamp

'Het is en-en', vindt Tolkamp. 'Boeren kunnen soms best iets meer doen in het beheer van het land voor de weide- en akkervogels. Maar de hoofdoorzaak van dat het slecht gaat met deze vogels is predatie.

Halverwege de jaren tachtig was de weidevogelstand op het hoogtepunt. Toen was de landbouw ook heel intensief. Inmiddels zijn er veel meer regels en wordt er veel meer aan agrarisch natuurbeheer gedaan. Toch gaat het niet goed.'

Tolkamp staat achtste op de kandidatenlijst voor het CDA in provincie Gelderland. Een verkiesbare plek. Op dit moment heeft het CDA negen zetels en levert ook nog twee gedeputeerden. Tolkamp: 'Ik voer campagne in de Achterhoek als regiokandidaat, maar wil ook de agrarische sector vertegenwoordigen. Je kunt als boer maar beter vooraan staan. Daarom heb ik mij verkiesbaar gesteld.'

Tolkamp is ook adviseur op het gebied van mineralen, de gecombineerde opgave, mestbeleid, grondgebondenheid, Kringloopwijzer en fosfaatrechten. 'Ik adviseer boeren in Oost-Nederland en ben om die reden ook regelmatig op het ministerie in Den Haag. Sinds 2015 run ik samen met mijn broer ons jongveeopfokbedrijf.'

Terug naar boven


'Schade verhalen werkt ontmoedigend'

Provincie Groningen moet de aanvraag voor het indienen van wildschade vereenvoudigen. Dat vindt akkerbouwer en pluimveehouder Ingrid Sterenborg uit Onstwedde. Ze staat op de kandidatenlijst voor de ChristenUnie.

Ingrid Sterenborg

In de 65 hectare wintertarwe van het gemengde bedrijf in Oost-Groningen zitten met name ganzen. 'We plaatsen vlaggetjes in de percelen om de dieren te verjagen. Dat helpt twee of drie weken. Dan zijn ze het gewend en gaan ze drie meter van het vlaggetje af zitten', zegt Ingrid Sterenborg.

Sterenborg heeft wel schade, maar vraagt de vergoeding niet aan. 'Dat is erg veel rompslomp. Je moet veel met de jager overleggen en formulieren invullen. Daarbij komt nog de legesvergoeding van 300 euro. Ik hoor van veel collega-boeren dat ze het ook te veel gedoe vinden. Schade verhalen is echt een ontmoedigingsbeleid.'

Wat dat betreft mag de provincie Groningen meer ruimte geven om wild te beheren en de schadevergoeding te versimpelen, vindt de kandidaat voor de ChristenUnie. 'Wij hebben er als samenleving voor gekozen dat niet al het wild afgeschoten mag worden. De jager is vaak de enige natuurlijke vijand en hij wordt met de nek aangekeken. Dat is niet terecht.'

Daarbij pleit Sterenborg ook voor landelijke regels voor het faunabeleid. 'Nu heeft iedere provincie zijn eigen beleid. Dat is lastig.'

Terug naar boven


'Niet over ieder dassengat vallen'

Oud-melkveehouder en campingeigenaar Johan Moes uit Wapse is voor het eerst verkiesbaar voor de VVD in de provincie Drenthe. 'Als plattelander wil ik nauw betrokken zijn bij het natuur- en recreatiebeleid van de provincie', verklaart hij zijn kandidaatstelling.

Johan Moes

Johan Moes runt camping Het Noordenveld, aan de rand van het natuurgebied Drents Friese-Wold. Toen hij nog melkveehouder was, had hij regelmatig last van dassenschade.

'De schade in de mais werd vergoed. De schade in grasland was lastiger te verhalen. De gaten waren moeilijk op waarde te schatten. Aan de andere kant zijn boeren ook natuurmensen. De das is een prachtig mooi dier, ik vind niet dat je over ieder gaatje moet vallen.'

Waar Moes zich wel zorgen over maakt, is de komst van de wolf. 'Die komt hier ook. Veel voorstanders geloven in het Roodkapjeverhaal. De werkelijkheid is anders', zegt hij.

'De wolf gaat ons inhalen. We kunnen er weinig aan doen, want de bescherming is Europees geregeld. Maar wanneer te veel schapenhouders overlast ervaren, moeten we de wolf kunnen beheren.'

Ook vindt de VVD'er dat er meer ruimte moet komen voor bestrijding van predatoren als vossen en steenmarters. 'Enkele jaren terug hadden wij een vergunning voor een lichtbak. Zestig vossen werden bestreden. We zagen veel meer hazen en weidevogels.'

Terug naar boven


'Wolf mag geen tweede gans worden'

Wanneer er geen mogelijkheden komen om de wolf te beheren, gaat deze de gans achterna. Hiervoor waarschuwt CDA'er Anne Schelhaas. De melkveehouder uit Blesdijke zit sinds mei vorig jaar in de Friese Provinciale Staten en hoopt na de verkiezingen weer een zetel in te nemen.

Anne Schelhaas

'De wolf mag geen tweede gans worden, daar moeten we voor oppassen. Wolven komen niet in dezelfde aantallen naar Friesland als ganzen', stelt Schelhaas.

'Maar de wolf doet in zijn eentje veel meer dan de gans. Hij doodt schapen en kalveren, dat is erger dan de hoeveelheid gras die boeren door ganzenschade kwijtraken.'

Daarom moet nu al meer worden ingezet op de aanpak van wolven. 'Ik ben me ervan bewust dat het een beschermd dier is. Dat zijn sommige ganzensoorten ook. Die konden we uiteindelijk bestrijden, maar veel te laat', vindt de melkveehouder.

'Jaren geleden, toen ik nog LTO-bestuurder was, waarschuwde mijn schoonvader al voor de vele ganzen die hiernaartoe zouden komen. Je bent hartstikke gek dat je er niet meer aan doet', zei hij. Hij heeft gelijk gekregen. Zover moeten we het niet laten komen met de wolf. Een of twee wolven is prima, daarna moeten we maatregelen nemen.'

Als het aan Schelhaas ligt, bestaan die maatregelen niet uit het plaatsen van hekken. 'Friesland heeft een open landschap. We willen geen hekwerken en een circus aan stroomdraad in de provincie.'

Terug naar boven

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    85 %
Meer weer