Waar halen de veehaters hun mest vandaan?

Deze week startte het mestseizoen. Boeren en loonwerkers zijn gestart met het uitrijden van dierlijke drijfmest. Sinds begin februari wordt vaste mest weer op het land gebracht. De mestgeuren op het platteland herinneren aan de natuurlijke verbinding tussen dier en plant in de voedselketen. Zo vanzelfsprekend dat je er nauwelijks nog bij stilstaat.

'Wat is er dan mooier dan dierlijke mest?' zei D66-Kamerlid Tjeerd de Groot recent in Nieuwe Oogst. De Groot kijkt als zelfverklaard kringloopambassadeur kritisch naar de landbouw, maar noemt de veehouderij cruciaal. 'Een veganist heeft een hogere impact op het milieu dan een vleeseter met een dieet van 20 procent dierlijk eiwit. Veganisten vergeten dat voor plantaardige productie grondstoffen nodig zijn.'

Oude inzichten worden opnieuw springlevend. Binnen circulaire voedselproductie hebben 'kringloopdieren' een onmisbare functie. Ze eten tenslotte voedselresten en leveren de groeistoffen voor planten. Gouden argumenten voor voorvechters van een sterke veehouderij in Nederland.

Zonder dierlijke mest en het landbouwhuisdier als opruimer van voedselresten loopt de kringlooplandbouw vast. Stikstofkunstmest stimuleert een hoogproductieve landbouw, maar is vanuit de kringloopfilosofie minder aantrekkelijk. Enkel compost, groenbemesters en overige organische meststoffen voeden geen miljarden wereldburgers.

Op Wageningen University & Research wordt gehamerd op de waarde van de Nederlandse veehouderij. Nederlanders consumeren meer dierlijk eiwit dan in het circulaire denken efficiënt is, maar in veel delen van de wereld is meer vleesproductie juist wenselijk.

Een blinde focus op krimp van de veehouderij en terugtrekking van de wereldmarkt is ecologisch stompzinnig. Veehouder, gewasteler, vleeseter, plantaardige consument, milieubeschermer en klimaatadept: geen van allen kunnen ze zonder het kringloopdier.