Avantium en BASF in geschil over bioplastic

De bedrijven zijn het oneens over de timing voor het voldoen aan de criteria om te investeren in de commerciële schaal voor furandicarbonzuur (FDCA). Het gaat om de bouw van een gezamenlijke fabriek voor bioplastic in Antwerpen.

Na een interne beoordeling heeft BASF een kennisgeving aan Avantium gedaan dat als de beleggingscriteria niet zijn vervuld op 5 december 2018, het krachtens de joint venture-overeenkomst het recht heeft om Synvina te verlaten. BASF stelt dat de naleving van de investeringscriteria voor de installatie moet worden beoordeeld in het vierde kwartaal van 2018.

Interpretatie

Avantium is het niet eens met deze interpretatie van de joint venture-overeenkomst. Het Nederlandse bedrijf is ervan overtuigd dat de twee tot drie jaar durende verlenging van de PEF-pilotfase aangekondigd in januari 2018 logischerwijs een uitgestelde eindevaluatie noodzakelijk maakt.

Avantium en BASF bespreken de mogelijkheden voor een minnelijke schikking van dit meningsverschil. Als BASF de joint venture Synvina verlaat, keert het bedrijf terug naar Avantium, zodat het alternatieve routes voor de commercialisering van de technologie kan onderzoeken.

Tijdlijn

'We zijn verrast door de positie van BASF. Synvina loopt eigenlijk vooruit op de tijdlijn voor het oplossen van de technische uitdagingen die hebben geleid tot het in januari aangekondigde uitstel. Het tot nu toe verrichte werk heeft ons geloof in de technologie versterkt. We zijn vastbesloten om door te gaan met de commercialisering van FDCA, met of zonder BASF', zegt Tom van Aken van Avantium.

Synvina is in 2016 opgericht. Het bedrijf wil op commerciële schaal via fructose uit rietsuiker, mais en tarwe de stof FDCA produceren. FDCA is vervolgens te gebruiken voor de productie van plastic PEF voor onder andere voedselverpakkingen, textielvezels en in de autoindustrie.