Natuurmonumenten bezorgd over uitbreiding wildezwijnenjacht

Doel van de maatregel is dat het 'risico op introductie van Afrikaanse varkenspest kleiner wordt', geeft Schouten aan. Natuurmonumenten noemt dit een trendbreuk met de eerdere opstelling van het ministerie.

• Lees ook: LNV geeft meer ruimte voor jacht op wilde zwijnen

'Om populaties van wilde zwijnen nu al fors te kunnen reduceren, kiest de minister ervoor de mogelijkheden voor populatiebeheer vergaand uit te breiden. Provincies krijgen de mogelijkheid om nieuwe, onconventionele maatregelen toe te passen.'

Aangelijnde honden

Schouten maakt het volgens Natuurmonumenten mogelijk dat 'zes personen, in aanwezigheid van ten hoogste drie aangelijnde honden, voor wilde zwijnen hoorbaar in het gebied aanwezig zijn' om wilde zwijnen zo naar 'zes geweerdragers' te drijven.

Hoe deze methode moet waarborgen dat de zwijnen niet opzettelijk worden verontrust, zoals de minister stelt, is de natuurorganisatie niet duidelijk. 'Natuurmonumenten is van mening dat deze wijze van drukjacht met inzet van jachthonden de kaders van een 'beperkte bewegingsjacht' te boven gaan.'

Grensregio

Natuurmonumenten begrijpt niet wat de aanleiding is voor deze trendbreuk in de omgang met wilde zwijnen in Nederland. 'Zeker zolang er geen sprake is van een Afrikaanse varkenspestuitbraak in ons land en er zelfs geen sprake is van besmette wilde zwijnen in de grensregio.'

De kans op introductie door menselijk handelen wordt 'als grootste risicofactor' gezien, kaart de organisatie aan. 'Bovendien oordeelt de deskundigengroep dat 'de kans op introductie in Nederland met de vondst van de besmette wilde zwijnen in België niet veel is toegenomen.'

Preventie en beheer

Natuurmonumenten steunt volledig dat er maximaal wordt ingezet op preventie en beheer van risicodragende activiteiten door menselijk handelen. 'Indien er in de toekomst daadwerkelijk sprake is van een uitbraak van Afrikaanse varkenspest in Nederland, dan nemen wij als terreinbeherende organisatie uiteraard onze volledige verantwoordelijkheid om verspreiding en uitbreiding daarvan te voorkomen.'