'Als we niet innoveren, raken we onze concurrentiepositie kwijt'

LTO Glaskracht Nederland wil gewasoverstijgend onderzoek en innovatie verankeren in de glastuinbouwsector. Onder de naam Kennis in je Kas worden drie onderzoeksprogramma's uitgewerkt. Onderzoek is van groot belang voor het behoud van de concurrentiepositie en het draagvlak in de politiek, zegt LTO Glaskracht Nederland-directeur Ruud Paauwe.

%27Als+we+niet+innoveren%2C+raken+we+onze+concurrentiepositie+kwijt%27
© Tony Tati

Onderzoek en innovatie in de tuinbouwsector werd jaren geleden collectief verzorgd door het Productschap Tuinbouw. Alle ondernemers die zich met groente-, fruit-, sier- of champignonteelt bezighielden, droegen via het productschap naar verhouding bij aan de onderzoeksprogramma's. De overheid legde er ook een flinke som geld bij, zodat onderzoekers met serieuze budgetten aan de slag konden.

De productschappen zijn echter al enige jaren geleden opgeheven. De glastuinbouwsector heeft een aantal programma's kunnen voortzetten. Het geld dat daarvoor was gereserveerd, is op.

LTO Glaskracht Nederland vindt onderzoek en innovatie een must en probeert daarom nieuwe projecten in de benen te helpen. 'Als we stoppen met innovatie, zijn we over vijf jaar onze concurrentiepositie kwijt', stelt Ruud Paauwe, directeur van LTO Glaskracht Nederland. 'Dat is een economische wetmatigheid.'

Als we stoppen met innovatie, zijn we over vijf jaar onze concurrentiepositie kwijt

Ruud Paauwe, directeur LTO Glaskracht Nederland

'Onderzoek is noodzaak'

Paauwe ziet onderzoek als een absolute noodzaak. 'Als we 1 procent oogstderving voorkomen of nog verdere energiebesparing door onderzoek, dan zal het zich snel terugverdienen', zegt hij.

'Wat wij erin stoppen is zo laag ten opzichte van grote internationale corporate organisaties. Die trekken er jaarlijks 10 tot 12 procent voor uit. Bij ons is het nog geen procent van de productiewaarde van de sector. Daarmee doe ik niet helemaal recht aan de sector, want sommige bedrijven doen eigen onderzoek. Maar het geeft een indicatie.'

Drie kennisprogramma's

Nieuw onderzoek zal plaatsvinden in de vorm van drie kennisprogramma's. Deze borduren voort op thema's van LTO Glaskracht Nederland: Energie, Water en Plantgezondheid. De kennisprogramma's zijn: Kas als Energiebron, Glastuinbouw Waterproof en Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid.

Hierin wordt een totaalpakket aan projecten uitgevoerd die zijn gericht op de lange termijn, bijvoorbeeld klimaatneutraal telen. Het gaat voornamelijk over onderzoek en kennisuitwisseling van de resultaten. Er wordt gestreefd naar gewasoverstijgende projecten.

Daarbinnen vindt hoofdzakelijk strategisch onderzoek plaats. De getraptheid in onderzoek is: fundamenteel, strategisch en toegepast. Voor toegepast onderzoek heb je als basis wel het fundamenteel en strategisch onderzoek nodig. Vergelijk het met een treinstelsel, je hebt het spoor nodig om overheen te rijden (fundamenteel onderzoek). Het rijtuig (strategisch onderzoek) die de wagons (toegepast onderzoek) voorttrekt.

Ondernemerspeiling

Fundamenteel onderzoek, gaat over de basis. Het wordt grotendeels door de overheid of met Europees geld gefinancierd. Dit heeft betrekking op kennisontwikkeling op de lange termijn, toepasbare resultaten komen er pas na vijf tot tien jaar uit. Voorbeelden van dit onderzoek zijn nieuwe veredelingsmethoden of plantenfysiologisch onderzoek. Strategisch onderzoek is het gewasoverstijgend onderzoek, in dit geval de drie kennisprogramma's voor de glastuinbouw.

Gewasgericht onderzoek wordt veelal vanuit de gewascoöperatie bedacht en gefinancierd. Denk aan toegepast onderzoek naar teeltreceptachtige zaken voor licht, CO2 of bemesting. Dit bouwt vaak voort op onderzoek van de eerdergenoemde drie kennisprogramma's.

De sector moet voor de innovatieprogramma's zelf voor de benodigde financiën zorgen. In mei 2017 peilde LTO Glaskracht Nederland de mening van glastuinbouwondernemers over vervolgfinanciering van de onderzoektrajecten.

De meerderheid onderkende het belang van onderzoek voor de toekomst van hun bedrijf en toonde zich bereid om de komende vier jaar mee te betalen. Een van de voorwaarden die uit de ondernemerspeiling naar voren kwam, is dat dat alle glastuinbouwbedrijven meebetalen en de ontwikkelde kennis beschermd blijft. De sector heeft een broertje dood aan 'free riders'.

Toepasbaar

Paauwe verwacht desondanks dat er over de financiering discussie zal komen. 'Op het moment dat onderzoek direct toepasbaar is, willen ondernemers betalen. Als het gewasoverschrijdend onderzoek is, blijkt de bereidheid een stuk minder groot', zegt hij.

'Het is belangrijk dat constant wordt toegelicht dat onderzoek en ontwikkeling noodzakelijk is om je concurrentiepositie te behouden. Want vergis je niet, de ontwikkeling in het buitenland gaat hard. Mensen onderschatten het niveau.'

Paauwe erkent dat onderzoeksresultaten naar verloop van tijd uitlekken naar het buitenland. 'Dat is een precair onderwerp. Je hoort dat de Nederlandse kennis over een paar jaar op straat ligt. Onderzoeksresultaten houd je nooit lang voor jezelf. Dat gaat niet meer in deze tijd. Je bereikt met doorlopend onderzoek wel dat je altijd een kennisvoorsprong behoud.'

Onderzoek helpen financieren

Ondernemers moeten daarnaast gewasgericht onderzoek helpen financieren. De locomotieven vervangen niet de wagons, stelt LTO Glaskracht Nederland. Zij zijn beide nodig. In de tijden van het Productschap Tuinbouw bedroeg het budget ongeveer 10 miljoen euro. 'Dat gaan we nu niet halen', erkent Paauwe. Voor de onderzoeksprogramma's is zo'n 3 miljoen euro per jaar nodig.

'De overheid verdubbelt het geld dat de sector inbrengt', zegt Piet Broekharst, programmamanager van het project Kas als Energiebron. 'Wanneer private financiers (zoals schermleveranciers of kassenbouwers) meedoen aan een project, kun je hun bijdrage optellen bij het sectorbedrag en de overheid doet daar geld bij.'

Collectief

Het is de bedoeling dat alle telers meebetalen aan Kennis in je Kas. Het is mogelijk om de sector als collectief innovatiegelden te laten verzamelen. De verplichting kan worden opgelegd als de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verbindend verklaring afgeeft. Die kan worden gevraagd voor activiteiten van een zogeheten Brancheorganisatie (BO). Voor de glastuinbouw zijn daarvoor de BO Sierteelt en BO Groenten & Fruit de instanties die zo'n aanvraag moeten doen.

Aan een breed gedragen steun voor de innovatieprogramma's zit volgens Paauwe ook een ander aspect. Paauwe denkt dat het draagvlak bij de overheid goed is en kan blijven, als de sector zelf ook stappen zet. 'Het geeft aan dat je vooruit wilt. De sector moet blijvend laten zien dat hij innoveert. Anders verlies je draagvlak en goodwill bij de overheid. Als ondernemers niet willen investeren, waarom zou de overheid het dan wel doen voor de sector?'

Ondernemers kiezen onderwerpen innovatieprogramma's
De inhoud van de innovatieprogramma’s van LTO Glaskracht Nederland wordt bepaald door de ondernemers. Dat was voor een aantal grote partijen een voorwaarde om in te stemmen met het initiatief.
Per thema (Energie, Water en Plantgezondheid) is er een groep van vijftien tot twintig ondernemers met een lijn naar gewascommissies en -coöperaties. Die ondernemersgroep zorgt voor de sturing.
‘Als LTO Glaskracht Nederland hebben we een adviserende rol', zegt programmamanager Piet Broekharst.
'Samen met de ondernemers wordt een keuze gemaakt. Door dit proces maken we het draagvlak breder. Dat geeft de ondernemers ook het vertrouwen dat het geld dat ze bijeenbrengen goed wordt besteed', vervolgt hij.
De innovatieprogramma’s moeten nog worden goedgekeurd door de besturen van LTO Glaskracht Nederland en de afzetorganisaties.

Bekijk meer over:

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer