CO2-uitstoot glastuinbouw daalt fors komende jaren

De CO2-emissie van de glastuinbouw ligt in 2030 tussen 2,7 en 3,3 Megaton. Dat voorspelt Wageningen Economic Research (Wageningen ER). Deze uitstoot ligt substantieel lager dan de 5,8 Mton in 2015.

CO2%2Duitstoot+glastuinbouw+daalt+fors+komende+jaren
© Vidiphoto

Om de besparing te realiseren is wel forse beleidsmatige inzet nodig van zowel overheid als bedrijfsleven, stelt Wageningen ER, dat drie toekomstscenario's heeft bekeken. In het optimistische scenario groeit de economie het sterkst en ontwikkelt de glastuinbouwsector ook het sterkst met veel nieuwe kassen, belichting, energiebesparing en energievoorzieningsopties zonder CO2-emissie.

Zowel de energievraag als de CO2-emissie op sectorniveau is in het optimistische scenario groter dan in het pessimistische scenario, al is in het optimistische scenario de CO2-emissie per vierkante meter kas het laagst. In het optimistische scenario is de extra CO2-emissie relatief beperkt doordat meer energievoorzieningsopties worden gebruikt die geen CO2-emissie met zich mee brengen.

Energievraag

De absolute warmtevraag op sectorniveau en het gemiddelde per vierkante meter is in 2030 in alle scenario's lager dan in 2015. In het optimistische scenario is de vermindering op sectorniveau het kleinst, maar per vierkante meter het grootst, stellen de Wageningse onderzoekers. Dit komt door het grotere areaal en de grotere warmtebesparing per vierkante meter in het optimistische scenario.

De gemiddelde elektriciteitsvraag per vierkante meter ligt in alle drie scenario's boven dat van 2015. Dit komt door de toename van het areaal belichting. De vraag naar groeilicht per vierkante meter kas neemt ook toe, maar als dit gepaard gaat met ledlicht leidt dit niet tot een grotere elektriciteitsvraag.

Scenario's

In de drie scenario's worden op bedrijven zonder belichting in 2030 geen warmtekrachtkoppelingen (wkk) op aardgas meer gebruikt. Op bedrijven met belichting worden wel aardgas wkk's benut, maar deze produceren minder elektriciteit door afname van de warmtevraag. De verkoop van elektriciteit uit wkk's op aardgas neemt zeer sterk af. In het pessimistische scenario ligt dit op 12 procent en in het optimistische scenario op 22 procent van de verkoop van 2015.

'Het totaal van inkoop elektriciteit en productie van duurzame elektriciteit voor eigen gebruik neemt in alle drie scenario's toe. Het aandeel van de aardgas wkk's in de warmtevraag loopt in de scenario's uiteen van 30 en 37 procent. Dit is ruim een halvering ten opzichte van 2015', schrijven de onderzoekers.

Andere warmtevoorziening

Voor 2030 is er voor de glastuinbouw een technisch potentieel van warmtevoorzieningsopties zonder CO2-emissie dat uiteenloopt van zo'n 300 tot 1.400 miljoen kubieke meter aardgasequivalent. Dit betreft duurzame warmte, inkoopwarmte en inkoopelektriciteit voor verwarmen. Duurzame warmte omvat geothermie, biobrandstof, herwinning zonnewarmte en inkoop duurzaam gas.

Wageningen ER heeft de praktische toepassing lager verondersteld dan het technisch potentieel. Die loopt in de scenario's uiteen van ruim 400 miljoen tot ruim 600 miljoen kubieke meter aardgasequivalent; respectievelijk 28 en 35 procent van de totale warmtevraag. De praktische toepassing zit vooral bij geothermie (bijna de helft) en inkoopwarmte (circa 30 procent). De resterende warmtevoorziening komt vanuit de aardgasketels en loopt uiteen van 28 tot 42 procent van de warmtevraag. Dit ligt 29 tot 11 procent onder die van 2015.

Beleid aanpassen

In elk scenario is forse inzet nodig door overheid en bedrijfsleven, gericht op energiebesparing en energievoorziening zonder CO2-emissie. Bij energiebesparing is continuering nodig van de beleidsmatige inzet gericht op de toepassing van Het Nieuwe Telen (HNT) op bedrijven zonder belichting. Voor bedrijven met belichting is extra beleid nodig gericht op de kennisontwikkeling over warmtebenutting en ledlicht, oftewel HNT op bedrijven met belichting en de toepassing daarvan.

'Bij de energievoorziening zonder CO2-emissie is extra beleid nodig. Dit geldt vooral voor de ontwikkeling en verbetering van geothermie, infrastructuur voor inkoopwarmte, elektriciteit en CO2, beschikbaarheid van biobrandstof, realisatie van duurzame energieprojecten en projecten inkoop warmte. Hierbij zijn concurrerende en stimulerende tariefstructuren en voorwaarden voor inkoopwarmte en inkoopelektriciteit, aanbod externe CO2, het verlagen van de winterpiek in de warmtevraag en het ontwikkelen van een economisch haalbare piekvoorziening voor de warmtevraag van belang. Bij dit alles is de externe CO2-voorziening de achilleshiel en voor al deze aspecten is samenwerking met partijen buiten de glastuinbouw noodzakelijk', aldus de onderzoekers. Wageningen ER heeft het onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Programma Kas als Energiebron.

Bekijk meer over:

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer