Geitenrapport verandert mening Overijsselse Statenleden niet

Een ruime meerderheid van CDA, VVD, ChristenUnie, SGP , D66 en PVV in de Staten benadrukt dat er alleen ingrijpende besluiten kunnen worden genomen op basis van feiten en niet op basis van mogelijke risico's.

Dat bleek woensdag in de landbouwcommissie. In het rapport van GGD IJsselland is een doorberekening gemaakt naar de Overijsselse situatie, op basis van het onderzoek veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO). Dat is een onderzoek dat is uitgevoerd in een deel van Noord-Brabant en Limburg.

De partijen en ook Hester Maij willen eerst vervolgonderzoek afwachten. Ze willen weten of er daadwerkelijk een gezondheidsrisico bestaat, of dat ook voor Overijssel geldt en wat de oorzaak is van gezondheidsklachten. Volgens het VGO-onderzoek lopen mensen een verhoogd risico op longontstekingen in de omgeving van een geitenhouderij.

Enorme impact

LTO Noord is het eens met de lijn van provincie Overijssel. Volgens voorzitter Ben Haarman van LTO Noord regio Oost, die de landbouwcommissie toesprak, heeft een groeistop een enorme impact op de bedrijfsvoering van geitenbedrijven. Ook vernieuwingen die ten goede komen aan dierenwelzijn of het verwijderen van asbest komen dan in de knel.

Hester Maij gaat op verzoek van D66 kijken of het kwaliteitsteam agro en food een grotere rol kan spelen bij uitbreidingsplannen van geitenhouderijen. Dit team kan een adviserende rol spelen. Statenlid Wybren Bakker vindt het belangrijk dat geitenhouders in goed contact staan met omwonenden van hun bedrijf. Daar kan het kwaliteitsteam een belangrijke rol in spelen, verwacht hij.

Voorzorg

PvdA, SP, GroenLinks, 50Plus en de Partij voor de Dieren willen juist dat de provincie uit voorzorg een groeistop invoert, in afwachting op het vervolgonderzoek. Statenlid Luuk Folkerts van de Partij voor de Dieren erkent dat het GGD-rapport niet zoveel extra duidelijk maakt. Maar het gezondheidsrisico staat volgens hem wel vast. Om die reden zou hij willen dat er bedrijven dicht gaan.